e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q162p plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
papperig, opgeblazen persoon papzak: papsāk (Tongeren), ənə papsak (Tongeren) dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)] || opgeblazen van lijf [poesterig] [N 10 (1961)] III-1-1
paradijs paradijs: paradaais (Tongeren), t párredajs (Tongeren) Het Paradijs [et paredies]. [N 96D (1989)] III-3-3
paraplu paraplu: enne pereplu (Tongeren), ich həb meinə pɛreplu en də stoasə lotə steun (Tongeren), perəply (Tongeren), peͅrəply (Tongeren, ... ) paraplu [N 23 (1964)], [ZND 40 (1942)] || Paraplu. Ik heb mijn paraplu in het station laten staan. [ZND 46 (1946)] III-1-3
parel parel: pièl (Tongeren), pjeͅ:l (Tongeren), pjeͅl (Tongeren, ... ), pjèl (Tongeren), perle-fine (fr.): vgl. pêrlëmoer.  pêrlëfin (Tongeren) parel [ZND A1 (1940sq)] || Parel. Sieraad van de pareloester of –mossel met hoge waarde [parel, paarlemoer] [N 114 (2002)] || synthetische parel III-1-3
paren van de duiven paren: poaren (Tongeren), pō:rə (Tongeren) Hoe heet verder: paren? [N 93 (1983)] || Paren [van de duiven]. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
parfum parfum: párfêu (Tongeren) Parfum. Reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur, reuksel] [N 114 (2002)] III-1-3
parochie parochie: de prosje (Tongeren), en páròche (Tongeren), ` `n kerkelijke gemeente met een pastoor`  `n paroche (Tongeren) Een parochie. [N 96D (1989)] || Een parochie; dit woord kan betekenen zoals in het Nederl. "kerkelijke gemeente met een pastoor"ofwel eenvoudig "dorp"; welke betekenis heeft het bij u? [ZND 40 (1942)] III-3-3
pas uit het ei gekomen kipje kiekje: kękskǝ (Tongeren), kuikje: køkskǝ (Tongeren), kø̜.kskǝ (Tongeren) [N 19, 40b] I-12
pasen pasen: Pwòissë (Tongeren) Pasen [Paoësje, Oeëster]. [N 96C (1989)] III-3-3
pasklaar in de mik: en dǝ mek (Tongeren) Gezegd van een kledingstuk wanneer het zo ver klaar is dat men het kan komen passen. [N 62, 8; MW] II-7