e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q162p plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tafel tafel: tofəl (Tongeren, ... ), toͅfəl (Tongeren) tafel [ZND 49 (1958)], [ZND A2 (1940sq)] III-2-1
tafelkleed toile cirèe (fr.): ënë zwèl¯¯k és van twa¯lsïrrée gëmôk  twa’lsïrrée (Tongeren) tafelzeiltje (wasdoek) III-2-1
tafelmes tafelmes: toͅfəlmes (Tongeren), toͅfəlmeͅs (Tongeren), toͅfəlmɛ.s (Tongeren) mes dat men aan tafel gebruikt [N 20 (zj)] III-2-1
tak van een geslacht tak: dë ták (Tongeren) de tak van een geslacht [natie, familie] [N 115 (2003)] III-2-2
takkenbos, bussel hout motsem: mjøͅtsəm}* (Tongeren) takkenbos, bussel takken en twijgen [N 27 (1965)] I-7
tamme kanarie cini: sïnnï (Tongeren, ... ), kanarievogel: kërnôrëvógël (Tongeren, ... ), mètisse (fr.): < fr. métisse, \"kruising\  mèttïs (Tongeren) kanarie III-2-1
tand tand: tā.nt (Tongeren), tānd (Tongeren), tānt (Tongeren) een tand [ZND A1 (1940sq)] III-1-1
tand, tanden tand(en): tā.nt (Tongeren  [(mv tān)]  ) Achter het codenummer van de plaats is de meervoudsvorm vermeld. Voor een aantal plaatsen beschikken wij evenwel alleen over de enkel- of meervoudsvorm; deze laatste citeren wij als eerste. [JG 1a, 1b; N 8, 17] I-9
tanden poetsen tanden poetsen: taan poetsë (Tongeren), tanden schoonmaken: mōāk ich m’n taan sjoon (Tongeren) Elke avond poets ik mijn tanden. [DC 64 (1989)] || Tanden poetsen [t. wassen] [N 114 (2002)] III-1-3
tanden van de hooihark tanden: tān (Tongeren) De houten pennen die aan beide zijden uit de dwarsbalk van de hooihark steken; zie afbeelding 11, d. Alle opgaven zijn in het meervoud. [N 18, 92d] I-3