e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q162p plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlier heulenteer: -  heujtelèr (Tongeren), [Sambucus nigra] E. hult (uml. van holt, hout) - etèr oiv hulentèr / holunder  hùytëtêr (Tongeren) vlierboom (sambucus nigra L.) [DC 13 (1945)] || vlierstruik III-4-3
vlierbes vlierenbloem: {Sambucus nigra]  flīērëbloem (Tongeren) vlierboom III-4-3
vlinder pepel: pi.pəl (Tongeren), piepel (Tongeren, ... ), pīēpël (Tongeren) vlinder [GV Gr (1935)], [ZND 18G (1935)] || vlinder, pepel [RND] III-4-2
vlinderdasje noeud (fr.): neu (Tongeren), noeudje (<fr.): nø̄kə (Tongeren), komt vaker voor dan strikske  nøkə (Tongeren), nondejuke: Et. hum.: men heeft gewoonlijk veel last bij het bevestigen, zodat men erbij vloekt.  nóndë(d)zjükkë (Tongeren), strikje: strikskə (Tongeren) strik, vlinderdas || vlinderdasje || vlinderstropdas [nondejuuke, striekske] [N 23 (1964)] III-1-3
vlo (enk.) mensenvlo: minsəvlo (Tongeren), vlo: vlo (Tongeren), vlóo (Tongeren) mensenvlo [N 26 (1964)] || vlo || vlo (znw enk) [foekket, zjwarte riejer] [N 26 (1964)] III-4-2
vlo (mv., fon.) vleu: vlø (Tongeren) vlo (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-2
vloed, hoogtij vloed: vlūd (Tongeren) vloed [ZND A2 (1940sq)] III-4-4
vloeistof in de slijpbus edik: iɛk (Tongeren) Behalve in water, of ook urine (in L 371 opgegeven), werd de wetsteen vaak in azijn bewaard, om de vettigheid van de grond en van het slijpsel van de zeis of de zicht te houden; vaak werd de azijn dan aangelengd met water; dit geldt voor: azijn L 370, 419, Q9; edik Q 240, 152, 157a, 160, 161, 164, 166, Q 84, Q 155, 162, 163, 168, 168a, 182, 241, Q89; eetje Q 10, 171, 175, 423, 424, Q 8, 9, L 420, Q6. Soms stak men wat stro in de slijpbus opdat de steen dan wat steviger erin bleef zitten en niet onder het maaien uit de slijpbus viel. Voor P 176 en 220 werd nog opgegeven dat men op de steen spuwde. Naast de hieronder als lemma verwerkte opgaven voor "azijn" werd over de gewoonte om azijn te gebruiken nog gewag gemaakt in de plaatsen L 270, 291, 326, 425, 427, Q 7, 33, 34, 35, 93, 96, 99, 99*, 111*, 0112, 112a, 117a, 119, 163, 170, 178, 193, 197, 197a en 204a. [JG 1b, add.] I-3
vloek vloek: ne vloek (Tongeren, ... ) een vloek [hiemmeltsakker] [N 96D (1989)] || Een vloek [hiemmeltsakker]. [N 96D (1989)] III-3-1, III-3-3
vloeken vloeken: vloekke (Tongeren, ... ), korte oe  vloekke (Tongeren, ... ) vloeken [N 96D (1989)] || Vloeken. [N 96D (1989)] III-3-1, III-3-3