e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q162p plaats=Tongeren

Overzicht

Gevonden: 5750
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
chagrijn chagrijn: sjàgréng (Tongeren), sjëgréng (Tongeren) leed, spijt III-1-4
champignon champignon: sjampëjóng (Tongeren, ... ), sjampëljóng (Tongeren) champignon || eetbare paddestoel III-2-3, III-4-3
chic sjiek: sjïk (Tongeren) sjiek III-1-4
chocolade chocolade: sjoekkëlôot (Tongeren), sjoeklôot (Tongeren) chocolade III-2-3
christuspalm palma-christi: christuspalm, tropisch  palmà-krïstï (Tongeren) wonderboom III-2-1
ciborie ciborie (<lat.): n sibuòrre (Tongeren), kelk: n kèlk (Tongeren) Een ciborie, grote kelk met deksel, waaruit de Communie wordt uitgedeeld [tsieboriejoem?]. [N 96B (1989)] III-3-3
cichorei sokkerij: of soekkerei  sjoekkërèi (Tongeren) cichorei I-7
circus cirque (fr.): dë sirk (Tongeren), sirk (Tongeren), Fr. cirque.  sïr"k (Tongeren) Circus. || Cirque: circus. || een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel] [N 112 (2006)] III-3-2
cirkel, kring cirkel: mv.: -s  sïrkël (Tongeren) cirkel III-4-4
coccidiose afgang: afgang (Tongeren), coccidiose: coccidiose (Tongeren) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: Coccidiose: een ziekte in de darmen, vooral bij jongen, met als symptomen: diarree, grote dorst en steeds dunnere uitwerpselen. Er kunnen blijvende letsels zoals een krom borstbeen van overblijven. Ook volwas [N 93 (1983)] III-3-2