32866 |
dubbel gezwad |
dubbele jaan:
dø̜bǝlǝ [jaan] (Q162p Tongeren)
|
De dubbele reep gras die ontstaat als men eenmaal heen maait, omdraait, en vlak daarnaast weer eenmaal terug over het veld maait, zodat er twee regels gemaaid gras tegen elkaar aan komen liggen. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken het lemma ''gezwad, regel gemaaid gras''. [N 14, 94]
I-3
|
33446 |
dubbele toegangspoort van een gesloten erf |
inrijpoort:
enrai̯pu̯oǝt (Q162p Tongeren),
opvaart:
ǫp˲vǭ.(r)t (Q162p Tongeren),
poort:
[poort] (Q162p Tongeren)
|
De uit twee helften bestaande poort, die toegang geeft tot een door het woonhuis en de bedrijfsgebouwen omgeven binnenplaats. Zie ook het lemma "schuurpoort" (3.1.2). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18 bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 5A, 77b; monogr.]
I-6
|
33192 |
dubbelschaar van de aanaardploeg |
schulp:
šø̜̄lǝp (Q162p Tongeren)
|
Zie de toelichting en de afbeelding bij het lemma Aanaardploeg. [N 11A, 83b; monogr.; add. uit N 12, 25]
I-5
|
22021 |
duif (alg.) |
duif:
da[ū}f (Q162p Tongeren),
daauwf (Q162p Tongeren),
dauf (Q162p Tongeren, ...
Q162p Tongeren),
dauve houge ... (Q162p Tongeren),
en daoef (Q162p Tongeren),
ən dauf (Q162p Tongeren),
Opm. v.d. invuller: wordt uitgesproken als "au", dus niet "ui"!
dauf (Q162p Tongeren),
Pl. [dau.ve]
dauf (Q162p Tongeren)
|
duif [GTRP (1980-1995)] || Duif. [Goossens 1b (1960)], [Willems (1885)] || Duivenhouden is een ... (iest dat gedaan wordt om de tijd te korten). [ZND 28 (1938)] || Een duif. [ZND A2 (1940sq)] || Wat is de gewone dialectbenaming van de duif in het algemeen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21933 |
duif bleek met allerlei kleurschakeringen |
bonte, een -:
bonte (Q162p Tongeren),
geplekkerde, een -:
geplekkerde (Q162p Tongeren)
|
Hoe noemt men een duif bleek met allerlei kleurschakeringen (bont)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22171 |
duif die aan een leervlucht deelneemt |
pieper:
pieper (Q162p Tongeren)
|
Hoe zegt men / hoe noemt men in Uw dialect: een duif die aan een dergelijke vlucht deelneemt [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22189 |
duif die bij de middelmaat geklasseerd is |
serieman:
serieman (Q162p Tongeren)
|
een duif die bij de middelmaat geklasseerd is? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22160 |
duif die in de eerste prijzen valt |
kopvlieger:
kopvlieger (Q162p Tongeren)
|
een duif die in de eerste prijzen valt? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21924 |
duif die kort van bouw is |
korte, een -:
n’ kote (Q162p Tongeren)
|
Hoe zegt men in Uw dialect van een duif: kort van bouw of geraamte? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21925 |
duif die lang van bouw is |
lange, een -:
n’ lange (Q162p Tongeren)
|
Hoe zegt men in Uw dialect van een duif: lang van bouw of geraamte? [N 93 (1983)]
III-3-2
|