22124 |
andere middelen om een duif binnen te lokken |
met eten rammelen:
rammelen met eten (Q162p Tongeren)
|
Kent U nog andere middelen om de duif binnen te lokken? bijv. met graan in doos schudden. Hoe heet dat? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22075 |
andere voedermengsels |
kempzaad:
Opm. v.d. invuller: voor betere prestaties wordt ook veel gebruik gemaakt van afzonderlijke zaden.
kempzaad (Q162p Tongeren),
snoepzaad:
Opm. v.d. invuller: voor betere prestaties wordt ook veel gebruik gemaakt van afzonderlijke zaden (dit is kanarievogelzaad!).
snoepzaad (Q162p Tongeren)
|
Kent U ook nog andere mengsels? Zo ja, geef daarvan dan een korte beschrijving. [N 93 (1983)]
III-3-2
|
20656 |
andijvie |
andijve:
andī.və (Q162p Tongeren),
scharol:
fr. scarole
êsk(ë)ròl (Q162p Tongeren)
|
[Goossens 1b (1960)]andijvie
I-7
|
28580 |
angel |
angel:
aŋǝl (Q162p Tongeren),
á̝ŋǝl (Q162p Tongeren)
|
Het verdedigingsmiddel van de bij dat zich aan het achterlijf bevindt. Het is een scherp, hol spiesje, van weerhaakjes voorzien en verbonden met een gifblaasje. Hiermee steken moer en werkbij. De dar mist dit wapen. [N 63, 73a; L 32, 26; JG 1a+1b; monogr.]
II-6
|
24403 |
angel van bij of wesp |
angel:
angel (Q162p Tongeren),
àngël (Q162p Tongeren)
|
angel [Willems (1885)] || angel ve bij
III-4-2
|
23259 |
angelusklok |
angelus:
t ángəlus (Q162p Tongeren),
angelusklokje:
anzjəlusklökskə (Q162p Tongeren)
|
De kleine klok waarmee het angelus wordt/werd geluid. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19312 |
angst |
angst:
àngs (Q162p Tongeren),
vrees:
vrèis (Q162p Tongeren)
|
angst || vrees
III-1-4
|
20854 |
anijs |
anijs:
annais (Q162p Tongeren)
|
anijs
III-2-3
|
19819 |
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) |
gezel:
[Dianthus barbatus]
gëzêl (Q162p Tongeren),
grovin:
grôvvïn (Q162p Tongeren),
jonkertje:
[Dianthus barbatus]
júnkërkë (Q162p Tongeren),
oeillet:
-
euljès (Q162p Tongeren)
|
anjer || baardanjer || tuinanjer [DC 17 (1949)]
III-2-1
|
22111 |
apart lossen |
in twee reeksen lossen:
lossen in twee reeksen (Q162p Tongeren)
|
het apart lossen van jonge en oude duiven? [N 93 (1983)]
III-3-2
|