e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
innemen innemen: ennēmǝ (Tongeren) Door het innaaien van zomen of plooien het kledingstuk nauwer maken. [N 62, 23a; MW] II-7
inrichting waarin binnenkomende duiven in een val zitten spoetnik: Opm. v.d. invuller: diverse uitvoeringen verkrijgbaar, dan praktisch hetzelfde principe.  spoetnik (Tongeren) Hoe heet de inrichting waarin binnenkomende duiven in een val zitten, waardoor men gemakkelijk de ring af kan nemen (nieuwe Amerikaanse uitvinding; zie tekening 5)? [N 93 (1983)] III-3-2
inrichting waarin de duiven zich kunnen wassen bad: bad (Tongeren) een inrichting, meestal op de duivetil, waarin de duiven zich kunnen wassen? [N 93 (1983)] III-3-2
inschenken inschenken: sjénk mich ë drùpkën én  énsjénkë (Tongeren), schudden: sjùddë (Tongeren, ... ), volschenken: vòlsjénkë (Tongeren), volschudden: vòlsjùddë (Tongeren) gieten || inschenken || schenken || volgieten III-2-3
inschieten schieten: sxitǝ (Tongeren) Het deegbrood in de oven plaatsen. Een bij het werkwoord opgegeven object "brood", "deeg" e.d. wordt niet gedocumenteerd evenmin de bepaling "in de oven". [N 29, 45a; L 40, 13b; N 29, 30b; monogr.; OB 2, 2d] II-1
inslaan, van de bliksem gezegd invallen: envalə (Tongeren) inslaan, gezegd van de bliksem [afvellen] [N 22 (1963)] III-4-4
inspannen inspannen: e.nspanǝ (Tongeren) Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74] I-10
introïtus introtus (<lat.): den éntrówietus (Tongeren) De intredezang, introïtus, door het koor gezongen. [N 96B (1989)] III-3-3
inzet bij het spel pot: dë pòt (Tongeren) het geheel van wat door elk van de spelers in een partijtje op het spel gezet is [pot, zaad, zwik] [N 112 (2006)] III-3-2
inzetgeld meet: meet per dauf (Tongeren) het inleggeld (inzetgeld) per duif? [N 93 (1983)] III-3-2