18060 |
beroerte |
beslag:
bëslôog (Q162p Tongeren)
|
Beroerte: verlamming veroorzaakt door uitstorting van bloed in de hersenen (beroerte, beslag, slag). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
26051 |
berrie |
be(e)r:
bęr (Q162p Tongeren),
(mv)
bęrǝ (Q162p Tongeren),
berrie:
bęr (Q162p Tongeren),
brancard:
braŋkār (Q162p Tongeren),
traversje:
trávɛrskǝ (Q162p Tongeren)
|
Elk van de twee bomen van de hoog- en stortkar waartussen het paard gespannen werd. De berries van de hoogkar verschillen essentieel van die van de stortkar: bij de eerste lopen de berries onder de hele bak door en maken ze er deel van uit (de zijwanden worden erop vastgezet), terwijl bij de tweede de berries tot halverwege de bak lopen en een aparte constructie vormen waarop de bak rust. Hierdoor kan de bak van de stortkar kippen, terwijl de berries op hun plaats blijven. Wanneer de bak van de hoogkar echter gekipt moet worden, gaat het hele voorstel van de kar omhoog. [N 17, 16 + 50b; N G, 54b + 64b; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 32, 63; L 34, 10; A 27, 20; Lu 5, 20] || Het uit twee balkjes bestaande toestel op de steenkuip waarop of waartussen het kaar rust. Zie ook afb. 82. [N O, 19h; A 42A, 38; Vds 147; Jan 154; Coe 135; Grof 156; N D, 33 add.]
I-13, II-3
|
20790 |
beschuit |
beschuit:
mësjütë van (mèt) Maes (bakkerij)
mësjüut (Q162p Tongeren)
|
beschuit
III-2-3
|
20416 |
beschuit met muisjes |
beschuiten met chocoladen keuteltjes:
bəšy(3)̄tə mɛt šəkla͂tə kø̄təlkəs (Q162p Tongeren, ...
Q162p Tongeren)
|
Beschuiten met muisjes [N 16 (1962)]
III-2-2, III-2-3
|
20629 |
beschuitpap |
beschuitenpap:
bəšy(3)̄təpap (Q162p Tongeren)
|
Melk met beschuiten (beschuitepap, luiwijvenpap, romme met bestelle?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
33166 |
besjes aan de aardappelplant |
zaad:
zu̯ǫi̯t (Q162p Tongeren)
|
De besachtige groene vruchten die zich uit de bloemen van de aardappelplant ontwikkelen. Vroeger, voordat men pootaardappelen selecteerde uit de eigen oogst, werd uit deze vruchtjes van de plant pootzaad gewonnen. Het lemma bevat alleen meervouden. Bij goesbollen wordt door de zegslieden opgegeven dat ...kinderen deze bollen aan een lange twijg (steken) en dan de bollen zo ver mogelijk weggooien of zwiepen; goezen is "zwiepen". Warnant (1949, 175) vermeldt dit spel ook voor Waals Haspengouw. Het regelmatige voorvoegsel aardappel- of patatte- is hier weggelaten; zie het lemma Aardappel. Zie voor de fonetische documentatie van de varianten voor aardappel, ook datzelfde lemma Aardappel. [N 12, 7; L 32, 14; monogr.; add. uit JG 1b]
I-5
|
19285 |
beslissen |
beslissen:
bëslïssë (Q162p Tongeren),
decideren:
cf. fr. (se) décider
(húm, zïch) dèssëdièrë (Q162p Tongeren)
|
beslissen, besluiten || een besluit nemen, beslissen
III-1-4
|
19687 |
bestek |
bestek:
bëstêk (Q162p Tongeren)
|
vork en lepel
III-2-1
|
21532 |
besteken |
schenken:
šenkə (Q162p Tongeren),
šeŋkə (Q162p Tongeren),
vieren:
vierë (Q162p Tongeren),
wensen:
wensa (Q162p Tongeren)
|
Het gelukwensen en een geschenk aanbieden op verjaardag/naamfeest [bestèke]. [N 96C (1989)] || schenken [ZND A1 (1940sq)]
III-3-1, III-3-2
|
22700 |
besteken: gelukwensen |
feliciteren:
fɛ̞lisitjɛrə (Q162p Tongeren),
Fr. féliciter.
fèllësëtièrë (Q162p Tongeren),
gelukwensen:
gëlùkwénsë (Q162p Tongeren, ...
Q162p Tongeren)
|
Feliciteren, gelukwensen. || Féliciter: Feliciteeren, gelukwenschen. || Gelukwensen. || Het gelukwensen en een geschenk aanbieden op verjaardag/naamfeest [bestèke]. [N 96C (1989)]
III-3-2
|