20701 |
oliebol |
smoutbol:
smātboͅl (Q162p Tongeren),
smàatbùl gó¯n kòupën òp dë kèr¯¯mës
smàatbòl (Q162p Tongeren)
|
Oliebol (nonnevot?) [N 16 (1962)] || smoutbol
III-2-3
|
19546 |
olielamp |
smoutlamp:
smātlamp (Q162p Tongeren)
|
lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
26677 |
oliemolen |
slagmolen:
slǭ.x[molen] (Q162p Tongeren),
slǭx[molen] (Q162p Tongeren)
|
Wind-, water- of rosmolen waarin uit zaden olie wordt geslagen. Het zaad wordt daartoe gekneusd met behulp van de zgn. kollergang bestaande uit twee verticaal geplaatste loperstenen. Het geplette zaad wordt in een pan verhit en vervolgens in wollen zakjes (builen) geborgen, waarna de builen in leren omslagen met een paardeharen voering gelegd worden. Het op deze wijze verpakte warme zaadmeel wordt daarna tweemaal geperst. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [JG 1a; JG 1b; Vds 15; Jan 15; Coe 5; Grof 5; monogr.; N D add.]
II-3
|
23150 |
olifant |
olifant:
uò`lëfàant (Q162p Tongeren)
|
Olifant.
III-3-2
|
17916 |
omarmen |
omarmen:
úmermë (Q162p Tongeren)
|
Met gestrekte armen omvatten ((om)vademen, (om)spannen, omarmen, (om)pakken) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
29086 |
omboorden |
afbiezen:
ǭfbizǝ (Q162p Tongeren),
boorden:
bjø̜dǝ (Q162p Tongeren)
|
Omboorden in het algemeen oftewel het insluiten van een rafelkant met een enkele of dubbele bies en in het bijzonder het met en lint afzetten van een colbert. [N 59, 86; N 62, 17; MW]
II-7
|
23455 |
omgang van de toren |
galerij:
de galleraje (Q162p Tongeren)
|
De omgang, de trans van de toren. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
33745 |
omheinen |
toemaken:
tau̯mākǝ (Q162p Tongeren)
|
Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.]
I-8
|
19711 |
omheining |
rek:
ręk (Q162p Tongeren)
|
De omheining in het algemeen. [N 14, 62; N 14, 67; S 11, 13; L 19B, 5a; A 25, 5; RND 8, 20; Gwn 16, 11; monogr.]
I-8
|
23479 |
omheining van het kerkhof |
kerkhofmuur:
de kerkòfmōēr (Q162p Tongeren)
|
De muur, de omheining van het kerkhof [toen, toun, tuun?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|