e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tongeren

Overzicht

Gevonden: 5750
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bingelkruid schijtkruid: pugeermiddel [Mercuialis annua]  sjaitkraud (Tongeren) bingelkruid III-4-3
binnenbeer binnenbeer: benǝbeǝr (Tongeren), benǝbēr (Tongeren) Mannelijk varken dat door geslachtelijke afwijking niet als zodanig herkenbaar is. Men noemt een varken een binnenbeer, als het slecht gesneden is of als men het moeilijk kan castreren. Doorgaans is het een mannelijk varken waarbij de teelballen niet zijn ingedaald. [N 19, 10; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 49e; monogr.; N 76, 10 add.] I-12
binnendeksel van een duivenmand binnenklep: binnenklep (Tongeren) Hoe heet verder in Uw dialect: binnendeksel? [N 93 (1983)] III-3-2
binnendeur tussen stal en schuur schuurdeur: [schuur]dør (Tongeren) De binnendeur tussen de stal en de schuur als die aan elkaar grenzen. De benamingen geven soms aan in welk deel van stal of schuur deze deur zich bevindt. Door deze deur wordt wel voer van de schuur naar de stal gebracht; ook kan men via deze deur binnenshuis tot in de schuur komen. Zie voor de fonetische documentatie van de tussen haakjes geplaatste woorddelen de lemmata "stal" (2.1.2) en "schuur" (3.1.1). [N 5A, 41c] I-6
binnendeur tussen woonhuis en stal huisdeur: hau̯s˱dø̄r (Tongeren  [(van de stal uit gezien)]  ), staldeur: [stal]dø̄r (Tongeren  [(vanuit het huis gezien)]  ), [stal]dø̞̄r (Tongeren  [(vanuit het huis gezien)]  ) De deur die vanuit het woonhuis toegang geeft tot de aangrenzende stal(len). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). [N 5A, 32b] I-6
binnenshuismutsje voor bejaarde mannen kalot (<fr.): kallòt, këlot (Tongeren), këlot (Tongeren), kalotje (<fr.): kaloͅtšə (Tongeren), kəloͅ.tšə (Tongeren), kəloͅtšə (Tongeren) kalotje (van sommige geestelijken en Joden) || kruinmutsje, door sommige geestelijken en Joden gedragen || mutsje met opstaande wand en platte bovenkant, binnenshuis gedragen door bejaarde mannen {afb} [bonnegrekske, kalotje] [N 25 (1964)] III-1-3
binnenspeler inside (eng.): Eng. inside (binnen(waarts)).  énsèit (Tongeren) Binnenvóórspeler (ouder voetb.). III-3-2
binnenstebuiten averechts: jùvvërêechs (Tongeren), links: lénks (Tongeren), omgedraaid: úmgëdrêêd (Tongeren) Binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws, (van) links] [N 114 (2002)] III-1-3
binnenzak binnenmaal: benəmōͅl (Tongeren), benəmo͂ͅl (Tongeren) binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)] III-1-3
bioscoop cinema: dë sinnëmá (Tongeren), sinəma (Tongeren), Fr. cinéma.  sïnnëmà (Tongeren) 1. Bioscoop. || Cinéma: Bioscoop. || het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema] [N 112 (2006)] III-3-2