e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schuurpapier zandpapier: zā.ntpǝpīr (Tongeren) Stug papier dat aan één zijde met glaspoeder of amaril beplakt is en gebruikt wordt voor het gladschuren van hout. Men onderscheidt bij schuurpapier verschillende korreldiktes. [N 67, 60a; L 42, 44; monogr.] II-9
schuurpoort poort: [poort] (Tongeren), schuurpoort: šyrpu̯ǫt (Tongeren), šȳrpuǝt (Tongeren) De grote dubbele deur die toegang geeft tot de schuur en de mogelijkheid biedt met de oogstwagens tot op de dorsvloer te rijden. Meervoudige opgaven benoemen de beide poortvleugels. Voor de behandeling van de namen van de poortvleugels en van het sluitwerk van de poort zie de paragraaf over de grote toegangspoort van de boerderij, par. 4.1. Zie ook het lemma "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en, voor de benaming dendeurtje, ook het lemma "deurtje in een poortvleugel" (4.1.12). Vergelijk ook de betekeniskaart van poort "schuurpoort" en "hek" in de aflevering over de landerijen (I.8). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 12 bij het lemma "schuur" (3.1.1). [N 5A, 51a; N 4, 37; JG 1a en 1b; A 10, 7b; Gwn 4, 10; monogr.] I-6
schuurtje remise (fr.): rëmīēs (Tongeren), Fr. remise  rëmīēs (Tongeren) rommelstalletje || schuurtje III-2-1
schuurzand schuurzavel: sjōērzôvël (Tongeren) schuurzand III-2-1
sculpteren sculpteren: skylptīrǝ (Tongeren), uitsteken: awtstē̜kǝ (Tongeren) Met behulp van een beeldhouwersbeitel of -guts beeldhouwerk op meubels aanbrengen. [N 53, 47a; monogr.] II-12
seksen seksen: sęksǝ (Tongeren), sekster (zelfst. nmw. mv.): sękstǝr (Tongeren) Bij kuikentjes de haantjes van de hennetjes afzonderen en ze vervolgens doden. Haantjes zijn er minder nodig en het is onvoordelig om die lang eten te blijven geven. [N 19, 58; JG 1a, 1b] I-12
selderij selderie: se.ldəri (Tongeren), sèlderï (Tongeren) [Goossens 1b (1960)]selderie I-7
seminarie seminarie (<lat.): t semenaôre (Tongeren), t sémmenaore (Tongeren) Het seminarie. [N 96D (1989)] III-3-3
seneblad senneblader: [Cassia senna]  sénnëblêur (Tongeren) senestruik III-4-3
serge gekeperd stof: gǝkjɛpǝrt stǫf (Tongeren) Licht gekeperde wollen stof waarvan de inslag minder glad en minder dicht is dan de ketting en slechts weinig in het gezicht komt. Volgens de informant van Q 16 is sergette serge waarin zijde is verwerkt. [N 62, 75d; N 59, 201] II-7