e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
variant van krijgertje spelen houkat spelen: Vgl. L.S., pag. 11: Men moet de hand houden waar men geraakt is, en zo n ander kind trachten te "prie:zë".  hòukat (Tongeren) Kinderspel waarbij de kat probeert n andere te "prie:zë"die dan zelf kat wordt. III-3-2
variant van krijgertje spelen: doorlopertje snijkat spelen: Syn. nuólòupëskat, bòumkat.  snaikat (Tongeren) Kinderspel: de kat loopt achter n kind om het te prie:zë. Als een ander kind tussen beiden doorloopt (: snijdt) dan moet de kat achter dat snijdertje aanrennen en is het eerst achtervolgde buiten gevaar. III-3-2
varken kuus: kuš (Tongeren), varken: vę.rǝkǝ (Tongeren), vęrǝkǝ (Tongeren), vɛrkǝ (Tongeren) Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s] I-12
varken (bijzondere namen) varken: vē̜rǝkǝ (Tongeren) In de Nijmeegse vragenlijst 19 vraag 2 werd gevraagd: "Kent uw dialect bijzondere namen voor varken?" In het lemma ''varken'' (1.1.1) zijn de algemene benamingen voor het varken ondergebracht; in dit lemma de bijzondere. Er is overlapping in de naamgeving. [N 19, 2; monogr.; Vld] I-12
varken van acht tot twaalf weken loper: løu̯pǝr (Tongeren), lø̄.pǝr (Tongeren), lø̄i̯pǝr (Tongeren), lø̄u̯pǝr (Tongeren), lø̜i̯pǝr (Tongeren), lø̜u̯pǝr (Tongeren), scheut: šiǝt (Tongeren), šyø.t (Tongeren), šyø̜t (Tongeren), šø̄t (Tongeren) De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.] I-12
varken van drie tot vijf maanden broeiling: bryleŋ (Tongeren), brȳ.leŋ (Tongeren) Een halfvet varken van 50 tot 80 kg. Volgens het WNT (III, 1 p. 1460) is een broeiling een "speenvarken", eigenlijk een "varken geschikt om te broeien". Het gaat hier dus om een varken dat zo goed als slachtklaar is. [N 76, 3d; JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 19, 8; L 37, 49f; N 19, 4a; A 4, 4b; monogr.; N 19, Q 111 add.] I-12
varkens mesten vetten: vętǝ (Tongeren) Het vetmesten van varkens totdat ze geschikt zijn voor export of slacht. [N 76, 37c; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
varkensblaas varkensblaas: vɛrkǝsbluǫs (Tongeren) In dit lemma zijn alleen monografische gegevens verwerkt. Zie ook het lemma ''blaas van een geslacht varken'' in wld II.1 (huisslachter, bakker), blz. 41. [huisslachter, bakker] I-12
varkensfeest houden een drop geven: ęjnǝ trop gē̜vǝ (Tongeren) Het houden van een feest bij gelegenheid van het slachten van een varken. In dit lemma zijn ook woordtypen opgenomen die aanduiden dat er een borrel werd gedronken. [N 28, 4] II-1
varkensketel varkensketel: vɛrǝkǝskɛtǝl (Tongeren) De ketel waarin het varkensvoer gekookt en gemengd wordt. Soms is het dezelfde ketel als die waarin het voer voor de koeien bereid wordt. Zie verder het lemma "veevoerkookketel" (2.2.10). [JG 1a; L 36, 96c; monogr.; add. uit A 13, 19c] I-6