26640 |
voergoed, voermeel |
varken(s)zak:
vɛ̄.r(ǝ)kǝzak (Q162p Tongeren),
(mv)
vɛ̄.rǝkǝzɛ.k (Q162p Tongeren),
voedermeel:
vujǝrmę̄.l (Q162p Tongeren)
|
Maalgoed dat bestemd is voor dierenvoeder. Het is gewoonlijk vervaardigd uit koren en haver, of zemelen. [JG 1a; JG 2c; Jan 267; Coe 250; Grof 280; N O, 37g]
II-3
|
28819 |
voering, voeringstof |
voering:
vujǝreŋ (Q162p Tongeren)
|
Stof waarmee kledingstukken van binnen bekleed worden. [N 62, 18a; N 62, 84; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 29; MW; S 41; monogr.]
II-7
|
28326 |
voerman |
voerman:
vurman (Q162p Tongeren)
|
Persoon die een ingespannen paard bestuurt of ment. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-10
|
34288 |
voerschep |
scheppan:
šøppan (Q162p Tongeren)
|
Schep zonder steel om voer uit de koe- of varkensketel te scheppen. [N 18, 9a en 132; JG 1a, 1b]
I-11
|
21134 |
voertuig |
gespan:
gǝspan (Q162p Tongeren)
|
Algemene benaming voor de vracht- en personenvoertuigen. [N 17, 15; N 17, 99; N G, 59; L 28, 24; monogr.]
I-13
|
17777 |
voet |
voet:
vut (Q162p Tongeren),
vū:t (Q162p Tongeren)
|
een voet, (voeten) [ZND A2 (1940sq)]
III-1-1
|
23185 |
voetbal |
voetbal:
NB foe`tbëlïs: voetballer.
foe`tbal (Q162p Tongeren)
|
Voetbal.
III-3-2
|
19812 |
voetenbankje |
voetbankje:
et vōēt-benkske (Q162p Tongeren)
|
Het bankje om de voeten op te zetten [vootebenkske?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
17778 |
voetzool |
balk:
balk (Q162p Tongeren),
plat:
plat van enne voet (Q162p Tongeren)
|
hoe heet het onderste vlak van de voet [ZND 40 (1942)]
III-1-1
|
22428 |
vogel op de schutsboom |
vogel:
vógël (Q162p Tongeren)
|
2. Vogel als prijs op schuttersfeest (wip).
III-3-2
|