| 22099 |
de voor het spel uitgekozen duif in een mand stoppen |
pakken?:
fakken (Q162p Tongeren)
|
de voor het spel uitgekozen duif op het hok in een mand stoppen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 19681 |
de was bleken |
bleken:
blèikë (Q162p Tongeren)
|
bleken
III-2-1
|
| 19440 |
de was mangelen |
mangelen:
maŋələ (Q162p Tongeren, ...
Q162p Tongeren,
Q162p Tongeren)
|
mangelen [ZND A1 (1940sq)]
III-2-1
|
| 34344 |
de zeug naar de beer brengen |
drijven:
drái̯.vǝ (Q162p Tongeren)
|
De zeug laten dekken door de beer, het mannelijk varken. [N 19, 30; JG 1a, 1b, 2c; N 76, add.; monogr.]
I-12
|
| 28993 |
de zoom afspelden |
afspengelen:
ǭfspeŋǝlǝ (Q162p Tongeren)
|
De zoom geheel met spelden bezetten. [N 62, 13b; N 62, 13a; MW]
II-7
|
| 28992 |
de zoom aftekenen |
rondmaken:
rontmǭkǝ (Q162p Tongeren)
|
Met krijt of een rokkenspuit de zoomlijn aftekenen op een te maken kledingstuk. [N 62, 13a; N 62, 13b]
II-7
|
| 20808 |
deeg |
deeg:
deig (Q162p Tongeren),
dèig (Q162p Tongeren)
|
deeg || zij kneedt het deeg [ZND 22 (1936)]
III-2-3
|
| 25551 |
deegkrabber |
coupe-pâte:
kupāt (Q162p Tongeren)
|
Werktuig waarmee het deeg wordt losgestoken. Het gaat hier om een gereedschap dat de vorm kan hebben van een plamuurmes met vierhoekig, driehoekig, half-rond blad), een krabber of hak met half-rond blad en een schopje met een blad van uiteenlopende vorm. Volgens de informant van K 314 heeft het "krommes" ongeveer de vorm van een sikkel. Vaak is de steel van de schop van ijzer. De handgreep van het plamuurmesmodel is vaak van hout of van omgebogen metalen plaat. Vergelijk voor de woordtypen het lemma ''deegmes''. Zie afb. 18. [N 29, 21b; N 29, 21c; OB 2, 2f; monogr.]
II-1
|
| 19030 |
deftig |
deftig:
dêftig (Q162p Tongeren)
|
deftig
III-1-4
|
| 34060 |
dekbare vaars |
jaarling:
jørleŋ (Q162p Tongeren)
|
Vrouwelijk kalf dat de eerste tochtigheidsverschijnselen vertoont. [N 3A, 21]
I-11
|