e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tongeren

Overzicht

Gevonden: 5750
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
denken denken: denka (Tongeren, ... ), denkə (Tongeren, ... ), deŋkə (Tongeren, ... ), dénkë (Tongeren) denken [ZND A1 (1940sq)], [ZND A1 (1940sq)] III-1-4
dennennaalden dennenspelden: dennespelle (Tongeren) dennenaald [ZND 01 (1922)] III-4-3
derde hooioogst derde snede: dęrdǝ snī (Tongeren) Uitdrukkelijk gevraagd naar de derde hooioogst, gaven sommige informanten de volgende antwoorden; vaak werd deze derde oogst echter niet meer gemaaid maar door de koeien of schapen afgegraasd. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. [N 14, 128d] I-3
deugd deugd: dieusj (Tongeren), nu: deugd  djùg (Tongeren) Deugd. [N 96D (1989)] III-3-3
deugdzaam braaf: braaf (Tongeren), deugdzaam: nu: deugdzaom  djùgzaom (Tongeren) Deugdzaam. [N 96D (1989)] III-3-3
deugen deugen: dógë (Tongeren) deugen III-1-4
deugniet deugniet: deugniet (Tongeren), deugnīēt (Tongeren), dúgnīēt (Tongeren), ook materiaal znd 23,4  deugniet (Tongeren), ondeugend kind: ondeutig kènd (Tongeren), stouterik: ook materiaal znd 23,4  stauterik (Tongeren), vaurien (fr.): vaaring (Tongeren), cf. fr. s.v. "vaurien"1. (vooral volwassenen) deugniet > nietsnut; 2. (vooral kinderen) bengel > boefje, schoffie; Wa. "vàrin  vàréng (Tongeren) deugniet [ZND 01 (1922)] || een ondeugend kind [ZND 40 (1942)] || kent ge ook een woord of uitdrukking met dezelfde betekenis zonder het woord kind, b.v. een ondeugd, of iets dergelijks ? [ZND 40 (1942)] || kwajongen, deugnietje III-1-4
deuk in een hoed bluts: bløͅ.ts (Tongeren), bløͅts (Tongeren), plooi: plo:i (Tongeren) deuk in een hoed [dömpel] [N 25 (1964)] III-1-3
deur deur: dø̄r (Tongeren), plank: plat Dë plànk én t k`؉t: de deur dicht  plànk (Tongeren) [rnd 109; S 6; L 1 a-m; L 12, 5; L A2, 265; monogr.; Vld.; div.]deur II-9, III-2-1
deurknop, deurklink klink: klénk (Tongeren) klink III-2-1