e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L318b plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doopkaars doopkaars: doupkers (Tungelroy), duipkers (Tungelroy) De doopkaars. [N 96D (1989)] III-3-3
doopkapel doopkapel: duipkepel (Tungelroy) De kapel achter in de kerk, waarin de doopvont zich bevindt en waar de doop voltrokken wordt [doopkapel?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doopmutsje doopmuts: duipmöts (Tungelroy), doopmutsje: doupmötske (Tungelroy), duipmötske (Tungelroy) doopmutsje [N 25 (1964)] III-2-2
doopsel doop: doup (Tungelroy), doopsel: duipsel (Tungelroy) Het doopsel [der doof]. [N 96D (1989)] III-3-3
doopsprei doopdoek: doupdook (Tungelroy), duipdook (Tungelroy) de doopsprei [N 96D (1989)] III-2-2
doopvont doopvont: duipvoontj (Tungelroy) Het bekken waarin het doopwater bewaard wordt en waarboven het kind ten doop wordt gehouden [doopvont, doopsteen, doofsjtee?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doopwater doopwater: duipwater (Tungelroy) Het gewijde water in de doopvont, waarmee gedoopt wordt [vont-, vunt-, vintwater, doopwater, wijwater?]. [N 96A (1989)] III-3-3
door een staand gewas lopen baden: baaje (Tungelroy) lopen: Door een staand gewas lopen (spolken). [N 84 (1981)] III-1-2
door elkaar, verward dooreen: doorein (Tungelroy, ... ), ongeregeld: ongeregeldj (Tungelroy), verward: verwerdj (Tungelroy, ... ) door elkaar, verward || niet volgens vaste regels geschikt [ongeregeld, onverschillig] [N 91 (1982)] || op ongeregelde wijze dooreengemengd [verward, verstreuveld] [N 91 (1982)] III-4-4
doordeweekse (werk)schort blauwe scholk: blauwe sjolk (Tungelroy), linnen scholk: liene sjolk (Tungelroy), lienen sjolk (Tungelroy) schort, blauwlinnen (werk) ~ voor door de week [N 24 (1964)] III-1-3