e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L318b plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een aanmerking maken afkammen: aafkeime (Tungelroy) een lichte afkeuring als straf [ripplement, rappelement, afkemming, kemming, afleiding, schelles, berisping] [N 85 (1981)] III-1-4
een aflaat verdienen verdienen: verdeene (Tungelroy) Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)] III-3-3
een april een april: ein april (Tungelroy, ... ) De dag waarop men lichtgelovige personen om een onzinnige boodschap stuurt (1 april). [N 88 (1982)] III-3-2
een askruisje halen askruisje halen: ein askruuske hole (Tungelroy) Zich met as laten tekenen op Aswoensdag, een askruisje halen. [N 96C (1989)] III-3-3
een berisping krijgen afgekamd worden: aafkeime (Tungelroy) een lichte afkeuring als straf [ripplement, rappelement, afkemming, kemming, afleiding, schelles, berisping] [N 85 (1981)] III-1-4
een bevel opvolgen luisteren: loestere (Tungelroy, ... ) een bevel opvolgen [pareren, luisteren, gehoorzamen] [N 85 (1981)] III-3-1
een blauwtje lopen op zijn boom rijden: lett. op zijn zitvlak rijden  op zunne boom rieje (Tungelroy) een blauwtje lopen III-2-2
een borrel drinken proeven: preuve (Tungelroy, ... ) jenever drinken; Hoe noemt U: Jenever drinken (proeven, likken) [N 80 (1980)] III-2-3
een cadeau geven schenken: schinke (Tungelroy), sjinke (Tungelroy) Kado geven [schenken, besteken]. [N 89 (1982)] III-3-2
een dak beschieten beschieten: bǝšētǝ (Tungelroy) Een houten beschot op de gordingen aanbrengen. [N 54, 174b; monogr.] II-9