e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L318b plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
penbalk pinbalk: penbalǝk (Tungelroy) De zware balk waar de pensteen op rust. Zie ook afb. 48. [N O, 29b; N O, 45c; A 42A, 89; A 42A, 17; monogr.] II-3
pendule klok: klok (Tungelroy), pendule: pendule (Tungelroy) Klok op de schoorsteenmantel (pendule, horloge) [N 79 (1979)] III-2-1
penis piemel: Onschuldig.  piemel (Tungelroy), pisje: Onschuldig.  piske (Tungelroy), pisser: Onschuldig.  pisser (Tungelroy), stuiver: Kindertaal.  stuuver (Tungelroy) [N 10c (1995)] III-1-1
penitentie penitentie (<lat.): penitentie (Tungelroy) Penitentie. [N 96D (1989)] III-3-3
penwortel van een den pijlwortel: pilwǫrtǝl (Tungelroy) De penvormige wortel van een dennenboom. [N 27, 9b] I-8
peper peper: pèper (Tungelroy), pèèper (Tungelroy) peper [DC 03 (1934)] III-2-3
perenstroop perenkruid: pę̄rǝkru.t (Tungelroy) Stroop, gemaakt van peren. [N 57, 34b; N 57A, 6; monogr.] II-2
perenvlaai kuisenvlaai: kuisevlaaj (Tungelroy), perenvlaai: paerevlaaj (Tungelroy) met spijs van perenmoes || perenvlaai III-2-3
periode van de ijsheiligen ijsheiligen: iesheilige (Tungelroy) De periode van de ijsheiligen, 11-14 mei; op deze dagen kan het zeer koud zijn. [N 88 (1982)] III-3-2
pers kruidpers: kru.tpors (Tungelroy) De pers met schroefdraad die door middel van een hefboom wordt aangedreven. Zie afb. 18. Uit de opmerkingen van de invullers uit Q 247a en Q 249 blijkt dat het hier een ouder model betrof dat nog van hout was vervaardigd. Persen uit later tijd waren van metaal en voorzien van tandraderen voor de aandrijving. [N 57, 12a; monogr.] II-2