e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L318b plaats=Tungelroy

Overzicht

Gevonden: 6382
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
binnenzak binnentas: binnetes (Tungelroy, ... ), binnetès (Tungelroy) binnenzak || binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)] III-1-3
bioscoop bioscoop: bioskoop (Tungelroy, ... ), cinema: België.  bioͅskoup (Tungelroy) Film - cinema - bioscoop: naar de film gaan. || Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)] III-3-2
bisdom bisdom: bisdom (Tungelroy) Een bisdom of diocees. [N 96D (1989)] III-3-3
bisschop bisschop: bussjop (Tungelroy) Een bisschop [busschop, biskop, bissjep]. [N 96D (1989)] III-3-3
bit gebit: gebēt (Tungelroy) IJzeren mondstuk aan het hoofdstel dat men een paard in de mond, boven de onderkaak legt, en waaraan de teugels bevestigd zijn. De meeste bitten bestaan uit een rechte stang, sommige hebben een beugel in het midden om te voorkomen dat het paard zijn tong op de stang legt. Voor enkele plaatsen (L 270, Q 75, 94, 169, 174 en179) wordt gemeld dat de opgegeven term ook ter aanduiding van het wolfsgebit gebruikt wordt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 19, 38b, 41; L 35, 45b; monogr.] I-10
bits bits: bits (Tungelroy, ... ) vinnig, onvriendelijk in manier van spreken [bits, scherp, bars, mondig] [N 87 (1981)] III-1-4, III-3-1
bitstang mondijzer: mōnjtjīzǝr (Tungelroy), stang: staŋ (Tungelroy) De ijzeren stang van het bit dat het paard in zijn mond heeft. De benaming voor dit onderdeel is vaak hetzelfde als die voor het bit in zijn geheel. [N 13, 42] I-10
bittere scheefbloem scheefbloem: -  sjeifbloom (Tungelroy) bittere scheefbloem [DC 60a (1985)] III-4-3
bitterzoet nachtschaal: -  nachtsjaal (Tungelroy, ... ) Bitterzoet (Solanum dulcamara L.) [DC 60a (1985)] III-4-3
bivakmuts bivakmuts: bivakmöts (Tungelroy, ... ) bivakmuts, nauw om hoofd en hals sluitend wollen muts die alleen een deel van het gezicht onbedekt laat [N 25 (1964)] III-1-3