e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L318b plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlechten vlechten: vlechte (Tungelroy) lokken haar op regelmatige wijze kruizelings door elkaar strengelen [vlechten, breien] [N 86 (1981)] III-1-1
vlechtlatten stutlatten: støtlatǝ (Tungelroy) Latten die op korte afstand van elkaar verticaal tussen de regels bevestigd worden. Door de latten worden vervolgens de twijgen gevlochten. [N 4A, 53a; N 31, 45d; Vld] II-9
vlechttwijgen tuingeerden: tȳngē̜rdǝ (Tungelroy) De twijgen die horizontaal door de vlechtlatten worden gevlochten. [N 4A, 53b; N 31, 45d; monogr.; div.] II-9
vleermuis vleermuis: fléérmoes (Tungelroy), vleermoês (Tungelroy) vleermuis [DC 40 (1965)] III-4-2
vlees vlees: vleis (Tungelroy), vleīs (Tungelroy) vlees [DC 03 (1934)] III-2-3
vlees conserveren drogen: drȳgǝ (Tungelroy), inpekelen: enpēkǝlǝn (Tungelroy), roken: rø̜jkǝ (Tungelroy) Meestal gebeurt dit conserveren door het vlees te zouten, te drogen of te roken, waardoor het vocht uit het vlees trekt. Moderner is de methode om het vlees in te vriezen. De respondent van L 413 vermeldt dat het vlees even wordt rondgedraaid in hete azijn. [N 28, 100; L 8, 128b; monogr.] II-1
vlees derven geen vlees eten: gein vleis aete (Tungelroy), geen vlees gebruiken: gein vleis gebroeke (Tungelroy) Zich onthouden van vlees e.d., zich vlees e.d. ontzeggen. [N 96D (1989)] III-3-3
vleeskoe vleeskoe: vlɛi̯sku (Tungelroy) Koe die vlezig van bouw is. [N 3A, 149] I-11
vleesmade, larve van de bromvlieg made: maaj (Tungelroy, ... ), WLD  maaj (Tungelroy) made || made, vleeswormpje [N 26 (1964)] III-4-2
vleesmolen vleesmolen: vlęjsmø̄lǝn (Tungelroy), vleesmolentje: vlęjsmø̄lkǝ (Tungelroy), worstmolentje: wǫrstmø̄lkǝ (Tungelroy) Met de hand bediend molentje dat het vlees tot worstvlees kleinmaalt. Het gemalen vlees wordt door een buisje in de hierover geschoven, schoongemaakte darm geperst. [N 28, 116; N 28, 114; monogr.] II-1