e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L318b plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vliegenglas vliegenglas: vlēgəglā.s (Tungelroy) glazen stolp met naar binnen gebogen onderrand, waarin bier of een zoete vloeistof werd gegoten die de vliegen aantrok; de stolp stond op pootjes III-2-1
vliegennet vliegengaren: vlēgǝgārǝ (Tungelroy), vliegennet: vlēgǝnęt (Tungelroy) Fijnmazig net dat over een ingespannen paard wordt gehangen om het tegen vliegen te beschermen. [JG 1a, 1b, 2a, 2b; N 13, 82a] I-10
vliegenraam, hor hort: hoͅrt (Tungelroy), hortje: hör(re)tje (Tungelroy), vliegenhor: vleegehor (Tungelroy) hor || Vlechtwerk van metaaldraad in een raam gevat dat voor een venster wordt gezet om het binnenvliegen van insekten te beletten (hor, horretje, zeef, draad) [N 79 (1979)] III-2-1
vlieger vliegerd: vleegert (Tungelroy), vlegert (Tungelroy) Het speelgoed bestaande uit een licht gestel, met papier bespannen, dat aan een lang touw in de lucht opgelaten wordt [vlieger, boog, draak, beugel, vliegaard, vliegerd]. [N 88 (1982)] || Vlieger (om op te laten). III-3-2
vliegezwam vliegezwam: vleegzwam (Tungelroy) Vliegenzwam: een giftige paddestoel met een melkblanke steel, een helrode tot oranje hoed met witte schubjes, een kraag om de steel en een gerande knol; insekten sterven als zij erop gaan zitten (vliegendood, vliegenkampernoelie, duivelskers). [N 92 (1982)] III-4-3
vliegtuig vlieger: vleeger (Tungelroy), vliegmachine: vleegmesjien (Tungelroy), vleegmesjīēn (Tungelroy) het toestel waarmee men kan vliegen [vliegtuig, vliegmachine, vlieger] [N 90 (1982)] III-3-1
vliegveld vliegterrein: vleegterrein (Tungelroy), vliegveld: vleegveldj (Tungelroy) het grote, effen terrein met verharde banen van waaraf vliegtuigen kunnen opstijgen en waar zij weer kunnen landen [vliegveld, vliegplein] [N 90 (1982)] III-3-1
vlier vlier: fleer (Tungelroy), vlierboom: fleerbaum (Tungelroy), -  fleerboum (Tungelroy) vlier || vlierboom (sambucus nigra L.) [DC 13 (1945)] III-4-3
vlierbes vlierbeer: fleerbeer (Tungelroy), -  fleerbeere (Tungelroy) vlierbes || vrucht van de vlierboom (sambucus nigra L.) [DC 13 (1945)] III-4-3
vliering hanenbalk: (balken op zolder)  hanebalk (Tungelroy), hanenzolder: hanezolder (Tungelroy), vliering: vlering (Tungelroy), zolder: zolder (Tungelroy, ... ) Verdieping boven een zolder, onder de pannen, meestal gebruikt als opslagruimte (vliering, scheerzolder, bovenzolder, hanezolder) [N 79 (1979)] III-2-1