e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L318b plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlies in een vrucht keets: WLD = klokkenhuis  (kits) (Tungelroy) Het vliesje tussen vruchtvlees en pit bij een appel (blees, vlim). [N 82 (1981)] I-7
vlijns, geelbruine aarde leem: leim (Tungelroy) geelbruine aarde tussen bruine grond en leem in [vlijns, vlijst] [N 81 (1980)] III-4-4
vlijtig liesje vlijtig liesje: vlijtigliesje (Tungelroy), -  vlijtig liesje (Tungelroy, ... ) Sultansbalsemien (Impatiens walleriana Hook.). De bovenste bladeren meest tegenoverstaand. De stengel is niet zeer fors en hoogstens 1 m hoog. De bloemen zijn rood of wit, tamelijk vlak, met zeer lange en dunne, gebogen spoor (vlijtig liesje, nooitrust). [DC 60a (1985)], [N 92 (1982)] III-2-1
vlik vlik: vlek (Tungelroy) Een dun afgestoken stukje veen of heigrond of een zode van buntgras met losse turf vermengd. Vergelijk het lemma ''heiturf''. [N 27, 39h; I, 37] II-4
vlikken steken vlikken: vlekǝ (Tungelroy) Steken van vlikken en graszoden of heilappen losmaken. [N 27, 39g; N 27, 1; N 27, 1 add.; I, 38] II-4
vlinder snuffelter: snuffeltér (Tungelroy), vlinder: vlinder (Tungelroy) vlinder || vlinder, algemeen [DC 18 (1950)] III-4-2
vlinderdasje nondejuke: nondedjuuke (Tungelroy, ... ), strikje: strikske (Tungelroy) vlinderstropdas [nondejuuke, striekske] [N 23 (1964)] III-1-3
vlo (enk.) mensenvlo: WLD  minsevlō (Tungelroy), vlo: vloee (Tungelroy, ... ), vloeëj (Tungelroy), vloëe (Tungelroy), WLD  vlōē (Tungelroy) mensenvlo [N 26 (1964)] || vlo || vlo (pulex irritans), enk. [DC 54 (1979)] || vlo (znw enk) [foekket, zjwarte riejer] [N 26 (1964)] III-4-2
vlo (mv., fon.) vloei: WLD  vlūūj (Tungelroy), vluui: vluuj (Tungelroy, ... ) vlo (pulex irritans), mv. [DC 54 (1979)] || vlo (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-2
vloed, hoogtij hoogwater: hoeg water (Tungelroy), vloed: vloed (Tungelroy) vloed, wassen van het water van de zee en de toestand van hoog water [bovenwater, hoog tij] [N 81 (1980)] III-4-4