e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L318b plaats=Tungelroy

Overzicht

Gevonden: 6382
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ciborie ciborie (<lat.): ciborie (Tungelroy) Een ciborie, grote kelk met deksel, waaruit de Communie wordt uitgedeeld [tsieboriejoem?]. [N 96B (1989)] III-3-3
cichorei gespit koren: gesputj koore (Tungelroy), sokkerij: sòkkerij (Tungelroy), (buisman)  sŏkrei (Tungelroy), suikerij: sòkkereij (Tungelroy), sòkkerij (Tungelroy), (buisman)  sŏkrei (Tungelroy) buismans gebrande suiker, ook cichorei (koffiesurrogat) || cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)] || gebrande rogge (koffiesurrogaat) I-7, III-2-3
circus circus: serkøs (Tungelroy), sirkus (Tungelroy), cirque (fr.): sirk (Tungelroy), sirrek (Tungelroy) Circus. || Een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel]. [N 90 (1982)] III-3-2
cirkel, kring cirkel: cirkel (Tungelroy), sirkel (Tungelroy), kring: krēēnk (Tungelroy), kring (Tungelroy), krink (Tungelroy), ring: rēēnk (Tungelroy, ... ), rink (Tungelroy) de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)] III-4-4
cirkelvormig raam rond raam: rǫndjǝ rām (Tungelroy), rondoog: rōndjǫu̯x (Tungelroy) Een raam in de vorm van een cirkel, meestal aan de stallen. Vanwege de ronde vorm kunnen de benamingen gelijk zijn aan die voor (onbeglaasde) ventilatie-openingen in de muur of in het dak (zie het lemma "rond gat boven in de schuurgevel", 4.2.11). De meeste benamingen betreffen de vorm, sommige ook de functie (belichting en beluchting). [N 4, 52; N 4A, 38b] I-6
citroenvlinder vlinder: vlinder (Tungelroy) Hoe noemt u de vlinder waarvan bij het mannetje de vleugels citroengeel zijn en bij het wijfje witachtig groen met een oranje middelpunt (citroentje) [N 83 (1981)] III-4-2
cocon pop: pop (Tungelroy, ... ), pôp (Tungelroy), WLD  pop (Tungelroy), pöp (Tungelroy), rupsenpop: WLD  rōēpsepöp (Tungelroy) cocon [DC 18 (1950)] || Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het omhulsel van rupsen als zij zich inpoppen [N 83 (1981)] III-4-2
colbertjasje jas: jas (Tungelroy), kort jasje: kort jéske (Tungelroy), stoepjas: stoepjas (Tungelroy) colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)] III-1-3
collectant collectant (fr.): kollektant (Tungelroy) Een collectant, de persoon die met de collectezak of -schaal rondgaat [centevenger?]. [N 96B (1989)] III-3-3
collecte collecte: kollekte (Tungelroy) De geldinzameling, de collecte [de kollekt?]. [N 96B (1989)] III-3-3