24464 |
admiraalsvlinder |
vlinder:
vlinder (L318b Tungelroy)
|
admiraal of atalantavlinder [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
23767 |
advent |
advent (<lat.):
advent (L318b Tungelroy)
|
De tijd van vier zondagen voor Kerstmis (Advent, kleine vasten). [N 96C (1989)]
III-3-3
|
33470 |
afdakje boven de poort |
waterscherm:
wātǝršɛrm (L318b Tungelroy)
|
Het kleine afdakje dat op een muur is geconstrueerd boven de poort. [N 4A, 43b]
I-6
|
21448 |
afdingen |
afpingelen:
aafpingele (L318b Tungelroy),
pingelen:
pingele (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy),
pinkele (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
beknibbelen, Op de prijs ~, de prijs omlaag trachten te drukken [afpeekele, afprengelen, afpenkelen, pingelen?] [N 21 (1963)] || proberen minder te moeten betalen dan de gevraagde prijs [afdingen, afpingelen, afpekelen, penkeren, prengelen, pingelen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
24708 |
afgeknapte tak |
tamp:
tâmp (L318b Tungelroy)
|
afgeknapte tak, nog aan de stam
III-4-3
|
34247 |
afgeroomde melk |
machiensmelk:
mešinsmɛlk (L318b Tungelroy)
|
De vloeistof die overblijft als de melk ontroomd is. [A 7, 15 en 17; A 23, 4a; L 27, 29; JG 1a, 1b; L 1u, 103; Lu 1, 3 en 4a; monogr.]
I-11
|
34326 |
afgetrokken zeug |
afgetrokken zeug:
āfxǝtrǫkǝ [zeug] (L318b Tungelroy),
afgezogen zeug:
āf˲gǝzōgǝ [zeug] (L318b Tungelroy)
|
Een door het veelvuldig zogen vermagerde zeug. In vraag N 19, 22 werd gevraagd naar "een zeug die vermagerd is door ...", dus naar een zelfstandig begrip. In dit lemma is de nadruk gelegd op de eigenschap "vermagerd" en is het zelfstandig naamwoord zeug niet gedocumenteerd. Voor de documentatie van de verschillende woordtypen voor "zeug" en de bijbehorende dialectvarianten zie het lemma ''zeug'' (1.2.5). [N 19, 22; monogr.]
I-12
|
21121 |
afgevallen fruit |
valappels:
valappels (L318b Tungelroy)
|
Hoe noemt u: afgevallen fruit (val, valappel, afval, rapeling, raopappel?) [N 72 (1975)]
III-2-3
|
23965 |
afgunst |
afgunst:
aafgeunst (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy),
jaloezie (<fr.):
sjaloezie (L318b Tungelroy)
|
Afgunst, jaloezie. [N 96D (1989)] || Afgunstig. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23966 |
afgunstig |
jaloers:
sjaloers (L318b Tungelroy)
|
Afgunstig. [N 96D (1989)]
III-3-3
|