18942 |
een aanmerking maken |
afkammen:
aafkeime (L318b Tungelroy)
|
een lichte afkeuring als straf [ripplement, rappelement, afkemming, kemming, afleiding, schelles, berisping] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23667 |
een aflaat verdienen |
verdienen:
verdeene (L318b Tungelroy)
|
Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22483 |
een april |
een april:
ein april (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
De dag waarop men lichtgelovige personen om een onzinnige boodschap stuurt (1 april). [N 88 (1982)]
III-3-2
|
23781 |
een askruisje halen |
askruisje halen:
ein askruuske hole (L318b Tungelroy)
|
Zich met as laten tekenen op Aswoensdag, een askruisje halen. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
19294 |
een berisping krijgen |
afgekamd worden:
aafkeime (L318b Tungelroy)
|
een lichte afkeuring als straf [ripplement, rappelement, afkemming, kemming, afleiding, schelles, berisping] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21811 |
een bevel opvolgen |
luisteren:
loestere (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
een bevel opvolgen [pareren, luisteren, gehoorzamen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
20145 |
een blauwtje lopen |
op zijn boom rijden:
lett. op zijn zitvlak rijden
op zunne boom rieje (L318b Tungelroy)
|
een blauwtje lopen
III-2-2
|
20505 |
een borrel drinken |
proeven:
preuve (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
jenever drinken; Hoe noemt U: Jenever drinken (proeven, likken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22484 |
een cadeau geven |
schenken:
schinke (L318b Tungelroy),
sjinke (L318b Tungelroy)
|
Kado geven [schenken, besteken]. [N 89 (1982)]
III-3-2
|
30220 |
een dak beschieten |
beschieten:
bǝšētǝ (L318b Tungelroy)
|
Een houten beschot op de gordingen aanbrengen. [N 54, 174b; monogr.]
II-9
|