18851 |
eenvoudig |
eenvoudig:
einvoudig (L318b Tungelroy),
invoudig (L318b Tungelroy),
gewoon:
gewoēn (L318b Tungelroy)
|
zonder overdaad, weelde of vertoon, niet voornaam [bedest, gewoon, eenvoudig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19368 |
eenvoudige of armoedige woning |
barak:
brak (L318b Tungelroy),
boutique (fr.):
petiek (L318b Tungelroy),
keet:
hout
kīēt (L318b Tungelroy),
krot:
krot (L318b Tungelroy)
|
Een eenvoudige, kleine, soms armoedige woning van hout, riet, stro of plaggen gebouwd (kot, hut, brak, keet, patiek) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
21517 |
eenzaam |
alleen:
allein (L318b Tungelroy)
|
alleen, zonder gezelschap; ver van mensen verwijderd [eenlijk, eendelijk, allenig, enig, eens] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
23709 |
eer aan de vader |
eer aan de vader:
eer aan (L318b Tungelroy),
gloria aan de vader:
gloria aan (L318b Tungelroy)
|
Het "Eer aan de Vader..."of "Glorie zij de Vader...". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18960 |
eerlijk |
eerlijk:
ierlik (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy),
ieërlek (L318b Tungelroy),
īērlik (L318b Tungelroy)
|
eerlijk || eerlijk: Jullie moeten die snoepjes - delen [DC 39 (1965)] || zonder leugen en bedrog [treffelijk, eerlijk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22330 |
eerlijk in het spel |
eerlijk:
ierlek (L318b Tungelroy),
ierlik (L318b Tungelroy)
|
Eerlijk in het spel [reins, greins, eerlijk]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
17585 |
eerste baardharen |
duivelshaar:
duuvelshaor (L318b Tungelroy),
dūūvelshaor (L318b Tungelroy)
|
baardharen, eerste ~ [muggebeen, duivelshaar] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
24010 |
eerste communie |
eerste communie (<lat.):
ieste kommunie (L318b Tungelroy),
kleine communie (<lat.):
klein kommunie (L318b Tungelroy)
|
De eerste H. Communie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
32959 |
eerste grasoogst |
schaar:
šǭr (L318b Tungelroy)
|
Naar analogie van de eerste, tweede en derde hooioogst heeft men de informanten ook de vraag voorgelegd of er specifieke benamingen zijn voor de grasoogsten, wanneer een weide niet wordt afgehooid, maar afgegraasd. In dit lemma staan de opgaven voor het gras dat de beesten de eerste keer dat ze in de weide worden gelaten afgrazen en voor zover deze afwijkend zijn van die uit het algemene lemma ''gras''. [N 14, 129a]
I-3
|
32956 |
eerste hooioogst |
eerste snede:
īrstǝ snēi̯ (L318b Tungelroy)
|
Hier zijn opgenomen de benamingen van de eerste hooioogst die zijn opgegeven in tegenstelling tot die voor de tweede hooioogst; wanneer de opgave hetzelfde was als die voor hooi in het algemeen, is deze niet hier, maar bij het lemma ''hooi'' ondergebracht. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. [N 14, 128a]
I-3
|