e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grote weegbree weegblader: weegblaor (Tungelroy), weegbree: -  weegbree (Tungelroy, ... ) Grote weegbree (plantago major 10 tot 50 cm groot. Alle bladeren staan in een wortelrozet en zijn bijna eirond of eivormig, de bladeren parallelnervig en langgesteeld; de bloemen bevinden zich in lange cilindrische aren, de bloemkroon is vliezig, en bru [N 92 (1982)] || grote weegbree (Plantago major L.) [DC 60a (1985)] III-4-3
grote wolk bonk: bonk (Tungelroy) grote, op zichzelf staande wolk [bonk] [N 81 (1980)] III-4-4
grove zeef, voor consumptieaardappelen grove/grof zeef: grōf zēf (Tungelroy) De meest grove of bovenste zeef; hierdoor worden de grootste aardappelen afgezonderd van de rest. Deze dienen voor de consumptie. Omschrijvende antwoorden als "grote zeef" zijn hier niet opgenomen. In Belgisch Limburg is zeef onzijdig en moet men voor grove zeef wel grof zeef lezen. [N 12, 34a] I-5
gruwelijk gruwelijk: gruwelik (Tungelroy), ijselijk: ieselik (Tungelroy) grote schrik opwekkend, afschuwwekkend [erg, gruwelijk, ijselijk] [N 85 (1981)] III-1-4
guano guano: gǝwān (Tungelroy) Guano is een poedervormige meststof, vervaardigd van uitwerpselen, veren en kadaverresten van zeevogels, waarvan zich in de loop van de tijd dikke lagen hebben gevormd op onbewoonde eilanden en klippen met name aan de westkust van Zuid-Amerika (Peru, Chili). Blijkens een aantal opgaven werd guano beschouwd als de oudste of eerst bekende kunstmest of was hij de voorloper daarvan, die vooral vóór de eerste W.O. gebruikt werd. Toen de echte kunstmest zijn intrede had gedaan, werd deze aanvankelijk nog vaak guano genoemd. Met guano, die voornamelijk werd aangewend om pootaardappelen te bemesten, ging men zuinig om: met een oude eetlepel of iets dergelijks werd in ieder pootgat een kleine hoeveelheid van deze meststof op of bij de aardappel gelegd. Volgens de meeste opgaven was guano een stikstofhoudende meststof, volgens enkele andere bevatte hij ook kali en fosforzuur, terwijl hij eenmaal met thomasslakken wordt vergeleken of als zwarte meststof wordt omschreven. Mogelijk werd deze originele vogelmest in het begin van de kunstmestperiode synthetisch nagemaakt en als guano of onder een daarop gelijkende handelsnaam in de handel gebracht. [N P, 8; N 11A, 62a] I-1
guichelheil geiteblad: geiteblaad (Tungelroy), guichel: -  guugel (Tungelroy) gewoon guichelheil [DC 60a (1985)] || Guigelheil (anagallis arvensis 5 tot 40 cm lage plant. De stengels zijn liggend; de bladeren zijn eivormig en ongesteeld, ze groeien tegenoverstaand; de bloemen groeien in de bladoksels, de bloemen zijn langesteeld met klierachtig behaarde kroonslippen, [N 92 (1982)] III-4-3
guit strop: strop (Tungelroy) guit III-1-4
guitig guitig: guitig (Tungelroy), lozig: loezig (Tungelroy) guitig || vrolijk plagend of op overmoedige wijze grappig [farsig, guitig] [N 85 (1981)] III-1-4
gulden gulden: gèùldje (Tungelroy), göldje (Tungelroy), piek: piek (Tungelroy) gulden, een ~ [kent uw dialect ook namen als piek, pieterman of andere?] [N 21 (1963)] III-3-1
gulden mis gulden mis: göldje mès (Tungelroy) De mis op quatertemperwoensdag van de Advent, guldenmis, noodmis [julde maes]. [N 96C (1989)] III-3-3