e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hanggeranium hanggeranium: hanggeranium (Tungelroy), -  hanggranium (Tungelroy) hanggeranium [DC 60a (1985)] || Hanggeranium (pelargonium peltatum). De bladeren zijn duidelijk 3- of 5-lobbig, de lobben zijn gaafrandig. De plant heeft liggende stengels, die vaak over de rand van de bloempot heenhangen. De bloemen zijn lichtrood of wit van kleur en groeien in scherme [N 92 (1982)] III-2-1
hangslot hangslot: hangsloot (Tungelroy, ... ) Een slot dat aan b.v. een koffer of aan een deur gehangen wordt, met een draaibare beugel (kluister, hangslot, korna ) (=Fr. cadenas) [N 79 (1979)] || hangslot [N 07 (1961)] III-2-1
hangsteiger steiger: stęjgǝr (Tungelroy) Steiger waarop de dakdekker staat wanneer hij het onderste deel van de dakbedekking vervaardigt. De steiger bestaat uit vier planken die op zogenaamde steigerbokken rusten. Het geheel wordt met touwen aan de muur bevestigd. Zie ook het lemma 'Hangende steiger'. Het betreft daar een vergelijkbare steiger die door de metselaar wordt gebruikt. [N F, 11; N 64, 147a] II-9
hansworst aansteller: aansteller (Tungelroy), flap: flap (Tungelroy), hansworst: hansworst (Tungelroy) iemand die zich belachelijk aanstelt [hanswordt, polichinelle] [N 85 (1981)] III-1-4
hard schreeuwen hard schreeuwen: haard sjrieëwe (Tungelroy) hard schreeuwen; je moet - - anders verstaat hij ons niet [DC 03 (1934)] III-3-1
hard waaien boezen: boeze (Tungelroy), boezen (Tungelroy), (boêzdje-geboêzdj).  boêze (Tungelroy), stormen: (storremdje-gestorremdj).  storreme (Tungelroy) hard waaien || hard waaien [boezen] [N 22 (1963)] || hard waaien, stormen III-4-4
hard, luid hard: haard (Tungelroy, ... ) hard (schreeuwen) [DC 38 (1964)] || hard klinkend [hard, luid] [N 91 (1982)] III-4-4
harde puntslag van een priktol piek: piek (Tungelroy) Een harde puntslag van een priktol op een andere die ligt of draait [pramooi, pikadder, pug, peg, punk, piek, piko, keek, mok]. [N 88 (1982)] III-3-2
harde, lastige grond harde: hārdǝ (Tungelroy), klotgrond: klotgrōnjtj (Tungelroy), taaie grond: tɛjǝ gronjtj (Tungelroy) Harde, zware grond die moeilijk te bewerken is. [N 27, 33; R 3, 6; A 10, 4; monogr.] I-8
hardlijvigheid, hardlijvig (zijn) hardlijvig: haardlievig (Tungelroy), verstopping: verstopping (Tungelroy) Constipatie: verstopping, hardlijvigheid (beslotenheid, constipatie, obsteeg afgaan). [N 84 (1981)] III-1-2