e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heerbaan dijk: dīēk (Tungelroy) een grote, brede weg (dijk, heerbaan, heerstraat) [N 90 (1982)] III-3-1
heermoes kattenstaart: kattestert (Tungelroy, ... ), -  kattestert (Tungelroy), kattestaart: katǝstɛrt (Tungelroy) Equisetum arvense L. [DC 17 (1949)] || Equisetum arvense L. Zeer algemeen voorkomend onkruid uit de paardestaart-familie (Equisetum L.) op bouwland, grasland, tuinen en bermen met een rechtopstaande holle stengel, die geleed is en gemakkelijk uiteen te trekken. Op de grens van de afzonderlijke leden bevindt zich een krans van schubben, die de bladeren vertegenwoordigen. Deze sporenplant bloeit van april tot mei en varieert in hoogte van 10 tot 80 cm. In het algemeen bekender onder de familienaam paardestaart. L 214a: "De volksmond zegt dat onderaan de wortel van de katǝstart een gouden knøpkǝ zit." L 250: "Gedroogde blaadjes worden als medicinale thee gebruikt bij pijnlijke urinelozing." De samenstellingen met -staarts zijn verschoven vormen van staart; vergelijk het lemma Ploegstraat in aflevering I.1, blz. 62. [A 17, 5; A 49B, 4; monogr.] || paardestaart I-5, III-4-3
heerszuchtig heerszuchtig: hierszuchtig (Tungelroy) een sterke neiging tot heersen of overheersen hebbend [heerzaam, heerzuchtig] [N 85 (1981)] III-1-4
hees, schor hees: heis (Tungelroy, ... ) hees || schor, schor zijn [ruigsen, hees, gees zijn] [N 10 (1961)] III-1-2
heg, haag heg: hek (Tungelroy), hékg (Tungelroy) Omheining bestaande uit geschoren kreupelhout of struikgewas (heg, haag, hoftuin) [N 79 (1979)] III-2-1
heggenmus boerennachtegaal: boorenachtegaal (Tungelroy), boorenachtegoal (Tungelroy) heggemus || Hoe heet de heggemusch? [DC 06 (1938)] III-4-1
heggenrank heggenrank: héggerank (Tungelroy) Heggerank (bryonia alba 150 tot 350 cm groot. De plant is tweehuizig met een dikke, knolvormige wortelstok, door middel van ranken klimmend; de bladeren zijn ongeveer hartvormig 5-lobbig; de bloemen zijn eenslachtig (de vrouwelijke zijn kleiner dan de m [N 92 (1982)] III-4-3
heibezem heibezem: heibeesem (Tungelroy), heibesum (Tungelroy) bezem gemaakt van heitakjes (heiwasser, heibezem) [N 20 (zj)] III-2-1
heien heien: hɛjǝ (Tungelroy) Palen met behulp van een heitoestel in de grond slaan. [N 31, 5a; monogr.] II-9
heilaarde, dichte zwarte grond moergrond: moergrondj (Tungelroy) zwarte, ondoordringbare aarde [schurft, heilaarde] [N 81 (1980)] III-4-4