e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
het vlees in stukken snijden uitereendoen: ūtręjndōn (Tungelroy) Als één der helften van het gekloofde dier verwerkt wordt, snijdt men deze eerst in enkele grote, wat handzamer stukken. [N 28, 98; monogr.] II-1
het vlees laten besterven afsterven: āfstɛrvǝ (Tungelroy) Na het verwijderen der ingewanden e.d. en het schoonmaken laat men het vlees hangen om het te laten afkoelen en opstijven. De volgende dat wordt het verder verwerkt. Enerzijds is dit een eis van de keuringsdienst (eventuele ziektes e.d. zijn dan makkelijker te constateren), anderzijds komt dit besterven volgens velen de smaak van het vlees ten goede. [N 28, 95; monogr.] II-1
het volle bedrag de hele som: de hīēl som (Tungelroy), de volle laag: de vol loag (Tungelroy), de volle ronde: de volle ronde (Tungelroy) volle bedrag, de gehele som, zonder korting [de hele poet, de volle roefel, de hele paaj?] [N 21 (1963)] III-3-1
het voorrijzen buiten de trog rijzen: rīzǝ (Tungelroy) De informant van P 56 vermeldt dat het deeg, wanneer het voorgerezen is in de trog of machine, op de bakkerstafel wordt overgebracht voor het narijzen. Sommige informanten beschouwen deze fase als een onderdeel van het voorrijzen. Deze tweede rijsbeurt vindt plaats op de bakkerstafel (Q 121e) of bank (Q 19, 198b) of in de rijskast (L 269). [N 29, 24c] II-1
het voorrijzen in de trog rijzen: rīzǝ (Tungelroy) Volgens de informant van P 56 worden de grondstoffen in de trog of de machine gebracht. Eerst de bloem (¬± 50 kg). De gist (¬± 1 kg) wordt opgelost in water. Dit mengsel wordt op de bloem gegoten, waarin eerst een soort trechter is gemaakt. Dit alles laat de bakker ongeveer 15 minuten staan. Dit is dan wel het voorrijzen in de trog. [N 29, 24b; N 29, 24a] II-1
het vuur aansteken de stoof laten vlammen: də stōf lōͅtə vlɛmə (Tungelroy) de kachel flink opstoken, laten vlammen III-2-1
het vuur doven blussen: blussen (Tungelroy), doven: douve (Tungelroy, ... ), uit laten gaan: ⁄t veur (of de stoof) oet laote gaon (Tungelroy), uitmaken: oetmake (Tungelroy) doven, laten uitgaan, gezegd van vuur in de kachel [N 07 (1961)] || Het branden doen eindigen (blussen, doven) [N 79 (1979)] III-2-1
het vuur wijden op paaszaterdag vuurwijding: veurwiejing (Tungelroy) Het gebruik om op Paaszaterdag het vuur te wijden. [N 96C (1989)] III-3-3
het zielboek aflezen de dodenlijst aflezen: doejeliest aaflaeze (Tungelroy) Het zielenboek aflezen. [N 96B (1989)] III-3-3
hete bliksem hete bliksem: heite bliksem (Tungelroy), Syst. WBD  heite bliksem (Tungelroy) Stamppot van appelen en aardappelen (appelprul, hemel en aarde, hete bleksem, onder en boven de tafel, hoog en laag?) [N 16 (1962)] III-2-3