19353 |
lichtgeraakt, kregel |
driftig:
driftig (L318b Tungelroy),
kregel:
kregel (L318b Tungelroy),
opvliegend:
opvleegendj (L318b Tungelroy)
|
spoedig boos of driftig wordend [krikkelig, nippig, kregel, kriel, oplopig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17656 |
lidmaat, ledematen |
lid, leden:
leed (L318b Tungelroy),
leeje (L318b Tungelroy)
|
ledematen, lidmaat [N 10 (1961)]
III-1-1
|
22750 |
lied, liedje |
lied:
Ook lid of zij spek (in dit geval mv.: leejer).
leed, leetje (L318b Tungelroy)
|
Lied.
III-3-2
|
19061 |
liefde |
hart:
hart (L318b Tungelroy),
hert (L318b Tungelroy)
|
warme genegenheid of gehechtheid aan een persoon of zaak [liefde, hart] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
18881 |
liefkozen |
flikflooien:
flikflōēje (L318b Tungelroy),
flikkefloeje (L318b Tungelroy)
|
zijn liefde of genegenheid kenbaar maken door iemand te strelen of aan te halen [koekelen, fikfakken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19085 |
liegen |
liegen:
lege (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy)
|
bewust onwaarheden vertellen [leugen, liegen, leugenen, floersen, gekken] [N 85 (1981)] || onwaarheden vertellen [beuzelen, gekken, jokken, leugen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
22555 |
liegen (kaartspel) |
liegen:
leege (L318b Tungelroy)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
17647 |
lies |
dun, de -:
de dunne (L318b Tungelroy),
lies:
de lees (L318b Tungelroy),
lieze (L318b Tungelroy)
|
lies, liezen [den dunne, lieze, lieses] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
24343 |
lieveheersbeestje |
lieveheersbeestje:
levehiersbiesje (L318b Tungelroy),
lievevrouwtje:
leefvrouwke (L318b Tungelroy)
|
lieveheersbeestje [DC 49 (1974)]
III-4-2
|
24568 |
lievevrouwebedstro |
lievevrouwebedstro:
-
leevevrouw bédstroee (L318b Tungelroy),
onzelievevrouwebedstro:
oosleefvrouw bédstrōē (L318b Tungelroy)
|
lievevrouwebedstro [DC 60a (1985)] || Onzelievevrouwebedstro (asperula odorata 10 tot 30 cm groot. De stengels zijn glad, de bladeren staan in kransen van 6 tot 8 lancet- tot spatelvormige bladeren, ze zijn vrij breed en puntig, de bladrand is meestal wat ruw; de bloemen staan in lang geste [N 92 (1982)]
III-4-3
|