e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ruk ruk: rök (Tungelroy, ... ) Ruk: snelle korte beweging waardoor iets of iemand met een schok van zijn plaats wordt getrokken (ruk, snuk, snoek). [N 84 (1981)] III-1-2
rukwind rukwind: rök windje (Tungelroy), rökwindj (Tungelroy, ... ), windstoot: windjstōēet (Tungelroy) rukwind, plotselinge, felle wind [trekwind, snuk wind, strobatie] [N 81 (1980)] || windstoot, ruk of stoot van de wind [hort, buis] [N 81 (1980)] III-4-4
rund rind: re.njtj (Tungelroy) Holhoornig, herkauwend zoogdier dat om zijn vlees en melk en ook wel als trekdier gehouden wordt. [L 6, 22; L 42, 12; S 30; S 49; Wi 6; monogr.] I-11
runderhorzel, horzel horzel: hostel (Tungelroy, ... ), WLD groot  horzel (Tungelroy) Hoe noemt u de grote vlieg waarvan verschillende soorten in ons land voorkomen. De wijfjes zuigen bloed bij grote zoogdieren en mensen. De grote soorten steken pijnlijk en achtervolgen mensen en dieren met grote hardnekkigheid (daas, dazerik, dol) [N 83 (1981)] || paardenhorzel (eieren in de haren van paarden, larven in maag en darmen) [DC 18 (1950)] || runderhorzel (larven in de huid van runderen) [DC 18 (1950)] III-4-2
runderhorzellarve angel: WLD  angel (Tungelroy), made: maaj (Tungelroy, ... ), worm: WLD péérd heet wörm  worm (Tungelroy) larve van de paardenhorzel, worm die in de uitwerpselen van een paard kan worden aangetroffen [N 26 (1964)] || larve van de runderhorzel [DC 45 (1970)] || larve van de runderhorzel, worm die grote bulten (wormbulten) veroorzaakt in de huid van runderen [N 26 (1964)] III-4-2
runderlapjes rindslapjes: Syst. WBD  rindjslepkes (Tungelroy) Runderlapjes (krippot, kripvlees?) [N 16 (1962)] III-2-3
rundvee beesten: biǝstǝ (Tungelroy), bīǝstǝ (Tungelroy), vee: (Tungelroy), vīǝ (Tungelroy) Als vee gehouden runderen. Rundvee in het algemeen. Zie afbeelding 1. [N 3A, 1; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
rundvleessoep rindsoep: rindjsop (Tungelroy), Syst. WBD  rintjsòp (Tungelroy) Soep van rundvlees (rundsolf?) [N 16 (1962)] III-2-3
rups groene rups: greun roepse (Tungelroy), WLD  greun rōēpse (Tungelroy), rups: roeps (Tungelroy, ... ), roêps (Tungelroy), WLD  rōēps (Tungelroy), rupsel: roêpsel (Tungelroy) groene rups die koolbladeren tot op de nerf afvreet [N 26 (1964)] || rups [N 26 (1964)] || rups rups [DC 46 (1971)] III-4-2
rustaltaar rustaltaar: röstaltoar (Tungelroy) Een met bloemen versierd altaar dat langs de processieroute geplaatst is, rustaltaar [mei-altaar, heiligenhuisken, hilliejehuus-je]. [N 96C (1989)] III-3-3