18428 |
soorten mouwen |
hemdsmouw:
hummesmoewe (L318b Tungelroy)
|
hemdsmouwen
III-1-3
|
18435 |
soorten rokken |
gerimpte rok:
gerumdje rok (L318b Tungelroy)
|
gerimpelde rok
III-1-3
|
21739 |
soorten soldaten |
paardsvolk:
péérsvolk (L318b Tungelroy),
zandhaas:
Van Dale: zandhaas, 2. (spott.) ben. voor infanterist.
zandjhaas (L318b Tungelroy),
zandjhaze (L318b Tungelroy)
|
welke verschillende soldaten onderscheidt u [piot, zandhaas, kalkvreter] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
34118 |
soortige koe |
soortige koe:
sōrtegǝ ku (L318b Tungelroy)
|
Koe die harmonisch van bouw is. [N 3A, 140]
I-11
|
33224 |
sorteermachine |
aardappelenmolen:
ɛrǝpǝlmø̄lǝ (L318b Tungelroy),
sorteermolen:
sǫrtērmø̄lǝ (L318b Tungelroy)
|
Het toestel bestaande uit enkele schuddende zeven met gaten van verschillende afmetingen waar de aardappelen overheen worden geleid en naar grootte gesorteerd. [N 12, 32]
I-5
|
33222 |
sorteren met de hand |
omrapen:
ǫmrāpǝ (L318b Tungelroy),
sorteren:
sǫrtērǝ (L318b Tungelroy),
uitrapen:
ūtrāpǝ (L318b Tungelroy)
|
Vroeger werden vaak de grote van kleine aardappelen gescheiden bij het rapen zelf op het veld; zie de toelichting bij het lemma Aardappelmand. Tegenwoordig worden de aardappelen op de boerderij gesorteerd; niet meer met de hand maar met een sorteermachine. Zie het lemma Sorteermachine. [N 12, 31; JG 1a, 1b gedeeltelijk, 1c, 2c; monogr.]
I-5
|
33223 |
sorteren met de machine |
sorteren:
sǫrtērǝ (L318b Tungelroy)
|
Zie de toelichtingen bij de lemmaɛs Sorteren Met De Hand en Sorteermachine. [N 12, 33]
I-5
|
34576 |
spaak |
speek:
spęi̯k (L318b Tungelroy),
speken:
spęi̯kǝ (L318b Tungelroy)
|
Elk van de houten staven die de verbinding vormen tussen de velg van het wiel en de naaf. Afhankelijk van de omtrek van het wiel zijn er tien tot zestien spaken. Er zijn twee soorten spaken: ronde en platte. Voor zover ze specifieke benamingen krijgen, worden ze behandeld onder A resp. B. [N 17, 61a-b + 62a-b; N 18, 99; N G, 44a; JG 1a; JG 1b; JG 2b; S 34; A 4, 20b; L 20, 20b; L 7, 13; monogr.]
I-13
|
19604 |
spaanderhouder, —bus |
snipperbusje:
snøpərbøskə (L318b Tungelroy),
snipperplankje:
snøpərplɛŋkskə (L318b Tungelroy)
|
houten bakje of oude klomp bij de haard, waarin spaanders werden bewaard om kachel of open vuur mee aan te steken || spaanderplankje, plankje bij de haard, waarin spaanders werden bewaard om kachel of open vuur mee aan te steken; de spaanders werden achter twee daarop bevestigde touwtjes gestoken
III-2-1
|
21896 |
spaarpot |
spaarpot:
spaarpot (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
de pot waarin geld wordt gespaard [spaarpot, spaarspot, ponk] [N 89 (1982)]
III-3-1
|