18529 |
binnenzak |
binnentas:
binnetes (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy),
binnetès (L318b Tungelroy)
|
binnenzak || binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
22689 |
bioscoop |
bioscoop:
bioskoop (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy),
cinema: België.
bioͅskoup (L318b Tungelroy)
|
Film - cinema - bioscoop: naar de film gaan. || Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
24075 |
bisdom |
bisdom:
bisdom (L318b Tungelroy)
|
Een bisdom of diocees. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24074 |
bisschop |
bisschop:
bussjop (L318b Tungelroy)
|
Een bisschop [busschop, biskop, bissjep]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
33936 |
bit |
gebit:
gebēt (L318b Tungelroy)
|
IJzeren mondstuk aan het hoofdstel dat men een paard in de mond, boven de onderkaak legt, en waaraan de teugels bevestigd zijn. De meeste bitten bestaan uit een rechte stang, sommige hebben een beugel in het midden om te voorkomen dat het paard zijn tong op de stang legt. Voor enkele plaatsen (L 270, Q 75, 94, 169, 174 en179) wordt gemeld dat de opgegeven term ook ter aanduiding van het wolfsgebit gebruikt wordt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 19, 38b, 41; L 35, 45b; monogr.]
I-10
|
19352 |
bits |
bits:
bits (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy)
|
vinnig, onvriendelijk in manier van spreken [bits, scherp, bars, mondig] [N 87 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|
33937 |
bitstang |
mondijzer:
mōnjtjīzǝr (L318b Tungelroy),
stang:
staŋ (L318b Tungelroy)
|
De ijzeren stang van het bit dat het paard in zijn mond heeft. De benaming voor dit onderdeel is vaak hetzelfde als die voor het bit in zijn geheel. [N 13, 42]
I-10
|
24794 |
bittere scheefbloem |
scheefbloem:
-
sjeifbloom (L318b Tungelroy)
|
bittere scheefbloem [DC 60a (1985)]
III-4-3
|
24712 |
bitterzoet |
nachtschaal:
-
nachtsjaal (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
Bitterzoet (Solanum dulcamara L.) [DC 60a (1985)]
III-4-3
|
18635 |
bivakmuts |
bivakmuts:
bivakmöts (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
bivakmuts, nauw om hoofd en hals sluitend wollen muts die alleen een deel van het gezicht onbedekt laat [N 25 (1964)]
III-1-3
|