e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tegelzetter tegelzetter: tēgǝlzɛtǝr (Tungelroy) Arbeider die in een bouwwerk de vloer- en muurtegels plaatst. [N 32, 41d; N 30, 3e] II-9
tegen de bal schoppen stampen: stampe (Tungelroy) Tegen de bal schoppen in het voetbalspel [schoppen, trappen]. [N 88 (1982)] III-3-2
tegenvaller schade: sjaaj (Tungelroy) een zwaar geldelijk verlies [krook] [N 89 (1982)] III-3-1
telefoon telefoon: telefoon (Tungelroy, ... ) het toestel om de menselijke stem over te brengen [telefoon] [N 90 (1982)] III-3-1
telefooncel cel: cel (Tungelroy), telefooncel: telefooncel (Tungelroy) het kleine vertrek van waaruit men kan telefoneren [telefooncel, cel] [N 90 (1982)] III-3-1
telegram telegram: telegram (Tungelroy, ... ) een per telegraaf overgebracht bericht [telegram, draadbericht] [N 90 (1982)] III-3-1
telen, verbouwen telen: tēlǝ (Tungelroy), zetten: zętǝ (Tungelroy) Het voor gebruik tot ontwikkeling brengen van een gewas. Zie ook de meer specifieke lemma''s ''zaaien'' (2.1) en ''poten, planten'' in aflevering I.5. Voor twachten zie Rutten, Haspengouwsch Idioticon 239: "winnen van zaad". [N Q, 9; L 1 a-m; S 20; Wi 43; monogr.] I-4
teleurgesteld (worden) sneu: sneu (Tungelroy, ... ) in zijn verwachtingen bedrogen uitkomend, teleurgesteld [sneu, snul, bedonderd, beteuterd] [N 85 (1981)] III-1-4
teleurstellen tegenvallen: tegevalle (Tungelroy, ... ) niet krijgen of ontvangen wat men had verwacht, in zijn verwachtingen bedrogen worden [teleur vallen] [N 85 (1981)] III-1-4
ten doop houden dragen: drage (Tungelroy) Het ten doop houden, het vasthouden van het kind tijdens de doop. [N 96D (1989)] III-3-3