34070 |
vet te mesten vaars |
weivaars:
(mv)
wɛi̯vēzǝ (L318b Tungelroy)
|
[N 3A, 75c]
I-11
|
19766 |
vetkaars |
roetkaars:
reut = vet van koe, paard of schaap, nooit van varken
rø̄tkɛs (L318b Tungelroy)
|
vetkaars
III-2-1
|
34071 |
vetkoe |
vetkoe:
vɛt[koe] (L318b Tungelroy)
|
Koe die niet meer geschikt is voor de produktie en daarom voor de slacht wordt gemest. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 77a; monogr.]
I-11
|
34274 |
vetmesten |
masten:
mastǝ (L318b Tungelroy),
mesten:
mɛstǝ (L318b Tungelroy)
|
Vee vetmesten, in het bijzonder gezegd van stiertjes, kalveren en vaarzen. [N 38, 26; N 3A, 75a, 75b, 75c, 76 en 77a; monogr.]
I-11
|
19523 |
vetpot |
vetpot:
\'n Recht model potje inhoud ± 10 liter, deze werd speciaal gebruikt voor \'t uitsmelten van vet bij de slacht.
vétpot (L318b Tungelroy)
|
pot, stenen ~; inventarisatie benamingen voor grote ~~ voor bijv. zuurkool e.d., kleinere ~~ voor boter, eieren e.d. (pijppot, timperpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
33665 |
vetweide |
vetwei:
vɛtwɛi̯j (L318b Tungelroy)
|
Speciale, meestal afgemaakte wei waar men koeien laat grazen die niet meer geschikt zijn voor de productie en die als slachtvee bestemd zijn. [N 3A, 77b; N 3A, 77c; N 6, 33b; JG 1a, 1d; L 19B, 2aI; L 32, 45; RND 20; S 43; monogr.]
I-8
|
34215 |
vetweiden |
vetweiden:
vɛtwɛi̯jǝn (L318b Tungelroy)
|
Het laten grazen van slachtvee in een speciaal daarvoor bestemde weide. [N 3A, 77b]
I-11
|
33756 |
veulen |
veulen:
vø̄lǝ (L318b Tungelroy)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
23910 |
vier uitersten |
vier uitersten:
veer uuterste (L318b Tungelroy)
|
De vier uitersten van de mens (te weten: dood, oordeel, hemel, hel) [toponiem te Meijel: de Vruttersjte]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20574 |
vieruursboterham |
koffie, de -:
de koffie (L318b Tungelroy),
koffiedrinken, het -:
koffiedrinke (L318b Tungelroy),
snamiddags
koffie drinke (L318b Tungelroy),
koffietijd:
4 uur
koffietied (L318b Tungelroy)
|
aangeklede koffie met door de weeks een boterham, op zon- en feestdagen met vlaai, taart e.d. || de maaltijd met brood rond 4 uur [N 07 (1961)] || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)]
III-2-3
|