23454 |
wijzers van het torenuurwerk |
wijzers:
wiezers (L318b Tungelroy)
|
De wijzers van de torenklok. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
34146 |
wild |
wild:
weltj (L318b Tungelroy)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de stier. [N 3A, 17]
I-11
|
24461 |
wild konijn (enkelv.) |
konijn (lang/sleept.):
knien (L318b Tungelroy)
|
wild konijn (enkelv.) [DC 55 (1980)]
III-4-2
|
24462 |
wild konijn (meerv.) |
konijn (kort/stoott.):
knien (L318b Tungelroy)
|
wild konijn (meerv.) [DC 55 (1980)]
III-4-2
|
30137 |
wild verband |
wild verband:
weltj ˲vǝrbantj (L318b Tungelroy)
|
Metselverband waarbij strekken en koppen zich in een laag op onregelmatige wijze afwisselen. Het wild verband werd na de oorlog veel gebruikt in verband met de toen heersende schaarste aan materiaal (Westra, pag. 21). De term wild verband wordt ook gebruikt voor decoratief metselwerk waarbij verschillende steensoorten onregelmatig door elkaar worden gerangschikt. [N 31, 24f; N 31, 26]
II-9
|
24754 |
wilde bertram |
knoopjes:
knuipkes (L318b Tungelroy)
|
Wilde bertram (achillea ptarmica 20 tot 90 cm grote, vrijwel kale plant; de bladeren zijn ongedeeld en lijn- tot lancetvormig, de bladrand is fijn gezaagd; de bloemen staan in wat grotere hoofjes dan bij de vorige, 10 witte straalbloempjes. Bloeitijd va [N 92 (1982)]
III-4-3
|
24277 |
wilde eend |
eend:
aentj (L318b Tungelroy),
ènj (L318b Tungelroy),
wilde eend:
wildj ééndj (L318b Tungelroy)
|
eend || eend, wilde — || eend: wilde eend (58 overal bekend; groene kop en nek; bruine borst [N 09 (1961)]
III-4-1
|
24278 |
wilde gans |
gans:
gaos (L318b Tungelroy),
goâs (L318b Tungelroy),
wilde gans:
wilj gaos (L318b Tungelroy)
|
gans || gans, wilde — || gans: grauwe gans (± 80 net een tamme gans zonder wit; oranje bek; roep gelijk tamme gans [N 09 (1961)]
III-4-1
|
17576 |
wilde hoofdharen |
vleughaar:
vleeghaor (L318b Tungelroy)
|
hoofdharen, wilde ~ [vliechhaar] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
34026 |
wilde koe |
wilde koe:
weldj [koe] (L318b Tungelroy)
|
Koe van onbekende of niet erkende afstamming. Bedoeld wordt een koe waarvan het ouderpaar niet bekend is of waarvan de afstamming niet is geregistreerd. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 3a; monogr.]
I-11
|