24810 |
zevenblad |
zevenblad:
zēvǝblāt (L318b Tungelroy),
-
zevenblad (L318b Tungelroy)
|
Aegopodium podagraria L. Zeer algemeen voorkomend lastig onkruid op beschaduwde plaatsen en op vochtige of bemeste grond met voortwoekerende wortelstokken. De onderste bladeren aan de kantig gegroefde stengel zijn veervormig samengesteld met 3 drietallen of 7 blaadjes, de hogere bladeren zijn drietallig. De schermvormige kroon is wit. De plant bloei van juni tot september. De hoogte varieert van 60 tot 90 cm. [A 17, 11; monogr.] || zevenblad [DC 17 (1949)]
I-5, III-4-3
|
17693 |
zeveren |
zeveren:
zeivere (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
zeveren [zeivere, sabbere] [N 10a (1961)]
III-1-1
|
18581 |
zich aankleden |
aandoen:
zich aandoon (L318b Tungelroy),
aankleden:
aankleije (L318b Tungelroy)
|
aankleden || zich aankleden
III-1-3
|
18804 |
zich bedenken |
bedenken:
bedinke (L318b Tungelroy),
zich bedenken:
zich bedinke (L318b Tungelroy)
|
van besluit veranderen, van zijn mening terugkomen [zich bedenken, fineren] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
33860 |
zich bij het stappen op de voorhoeven trappen |
(zich) klemmen:
klɛmǝ (L318b Tungelroy),
doortreden:
dōrtrē̜n (L318b Tungelroy)
|
[N 8, 75 en 79]
I-9
|
19004 |
zich gedragen |
voegen:
veuge (L318b Tungelroy),
zich voegen:
zich veuge (L318b Tungelroy)
|
zich goed gedragen [zich voegen, zich gevoegen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17938 |
zich haasten |
zich spoeden:
os spoojen (L318b Tungelroy),
zich speuje (L318b Tungelroy)
|
zich haasten, spoeden || zich haasten: we moeten ons haasten [DC 27 (1955)]
III-1-2
|
19319 |
zich heel wat inbeelden; ingebeeld persoon |
bescheten zijn:
besjeête zeen (L318b Tungelroy),
inbeelden:
inbīēle (L318b Tungelroy),
van boven bont, van onder stront:
van boove boôntj, van ònger stroôntj (L318b Tungelroy),
veil hebben:
veil hebbe (L318b Tungelroy),
zich kratsen waar het niet jeukt:
zich kratse woeë ’t neet jeuktj (L318b Tungelroy)
|
kale kak hebben || veel kak hebben || zich heel wat inbeeldend, een te hoge mening van zich zelf hebben [veel kak hebben, veil hebben, ophangen, veel gasconnades veil hebben] [N 85 (1981)] || zich wat inbeelden
III-1-4
|
18864 |
zich kwaad maken |
oprijten:
opriete (L318b Tungelroy),
uit zijn slof schieten:
oet ziene slof sjete (L318b Tungelroy),
zich verbozen:
zich verbuuze (L318b Tungelroy),
zich verbuëze (L318b Tungelroy)
|
zich kwaad maken || zich kwaad maken [zich opruien, zich optoornen, uit zijn korf schieten] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24047 |
zich laten inschrijven voor het huwelijk bij de pastoor |
naar pastoor gaan:
nao pestoer goan (L318b Tungelroy)
|
Zich laten inschrijven voor het huwelijk bij de pastoor, "naar pastoor gaan". [N 96D (1989)]
III-3-3
|