25318 |
zil, maat van 2500 m2 of kwart bunder |
vierdel:
vierel (L318b Tungelroy),
(veerelke-veerels).
veerel (L318b Tungelroy)
|
de maat die een oppervlakte aangeeft van 2500 vierkante meter, dat is 1/4 bunder (=10.000 vierkante meter) [zil] [N 91 (1982)] || kwart bunder
III-4-4
|
20379 |
zilveren bruiloft |
zilveren bruiloft:
zillevere broeleft (L318b Tungelroy)
|
zilveren bruiloft
III-2-2
|
21625 |
zilveren één frank |
frank:
ne frang (L318b Tungelroy)
|
1 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21624 |
zilvergeld |
zilvergeld:
zilvergeldj (L318b Tungelroy)
|
zilveren geldstukken [N 21 (1963)]
III-3-1
|
24758 |
zilverschoon |
zilverblad:
-
zilverblaad (L318b Tungelroy),
zilverkruid:
zilverkroed (L318b Tungelroy)
|
zilverschoon [DC 60a (1985)] || Zilverschoon (potentilla anserina 15 tot 50 cm groot. De stengels zijn kruipend, met lange wortelende uitlopers; de bladeren zijn oneven geveerd, de blaadjes zijn gezaagd en aan de onderkant wit zijdeachtig behaard; de bloemen groeien afzonderlijk, zijn [N 92 (1982)]
III-4-3
|
33602 |
zilveruitje |
sint-jansundj:
St janseundj (L318b Tungelroy)
|
[DC 13 (1945)]
I-7
|
18816 |
zin (lust) |
zin:
zin (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy)
|
het verlangen om iets te doen [lust, aard, troef, nijd, zin, goesting] [N 85 (1981)] || zin,lust humeur
III-1-4
|
20166 |
zindelijk |
droog:
druug (L318b Tungelroy),
zuiver:
zuuver (L318b Tungelroy)
|
zindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften beheersend, zindelijk gezegd van kinderen [N 86 (1981)]
III-2-2
|
22771 |
zingen |
fluiten:
fluite (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy),
slaan:
slaon (L318b Tungelroy),
zingen:
zinge (L318b Tungelroy),
NB zenger: zanger.
zinge (L318b Tungelroy)
|
het geluid van zangvogels (slaan, slagen, zingen, fluiten) [N 83 (1981)] || Zingen.
III-3-2, III-4-1
|
23502 |
zingende mis |
gezongen mis:
gezonge mes (L318b Tungelroy)
|
Een mis waarin de gelovigen geestelijke liederen zingen [zingende mis, zingmès?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|