19367 |
buitenverblijf |
buitengoed:
boetegood (L318b Tungelroy),
būtəgōt (L318b Tungelroy),
buitenverblijf:
boeteverblief (L318b Tungelroy),
herenhuis:
hiērehoes (L318b Tungelroy),
landhuis:
la.ntjhū.s (L318b Tungelroy),
landjhoes (L318b Tungelroy),
villa:
viela (L318b Tungelroy),
villa (L318b Tungelroy)
|
buiten, landhuis || Een groot huis met een tuin buiten de stad; vaak het buitenverblijf van in de stad wonende mensen (villa, landhuis, buitenverblijf, campagne, buiten, hof) [N 79 (1979)] || landhuis
III-2-1
|
18523 |
buitenzak op een jas |
jassentas:
jassetès (L318b Tungelroy),
tas:
tes (L318b Tungelroy)
|
buitenzak in een jas [jassetes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24135 |
buizerd |
buizerd:
buizerd (L318b Tungelroy),
buizert (L318b Tungelroy),
stootkop:
ook wel sperwer en valk
stoeëtkop (L318b Tungelroy)
|
buizerd || buizerd (54 grote, plompe, slome vogel; brede vleugels en korte staart; vaak op paaltjes in weilanden; vaak te zien; broedt zeldzaam in bossen [N 09 (1961)]
III-4-1
|
25462 |
bul waarmee men de ribben in stukken hakt |
groot mes:
gruǝt mɛs (L318b Tungelroy)
|
Met deze bijl kan ook een soort hakmes bedoeld worden. [N 28, 105]
II-1
|
25220 |
bulderen van de storm |
bulderen:
buldere (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
een sterk rommelend of dreunend geluid geven, gezegd van bijv. een storm of een kanon [rullen, bulderen, burrelen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21349 |
bullebak |
bullebak:
bullebak (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
iemand die probeert door nors, ruw optreden anderen bang te maken [woew, bietebouw, bullebak] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
30087 |
bult |
bult:
bø̜ltj (L318b Tungelroy)
|
Naar voren komend gedeelte van het metselwerk van een muur. Bulten in een muur kunnen ontstaan door onnauwkeurig metselwerk. Ook door ouderdom of verzwakking van het metselwerk kunnen muren uitzetten en zo bulten ontwikkelen. [N 31, 47b]
II-9
|
30483 |
bundel dekriet |
bussel riet:
bø̜sǝl rēt (L318b Tungelroy)
|
[N F, 3; div.]
II-9
|
21118 |
bundel groenten |
bos:
WLD
bos (L318b Tungelroy),
bussel:
WLD
büssel (L318b Tungelroy)
|
Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
33102 |
bundel zangen |
bussel:
bø̜sǝl (L318b Tungelroy)
|
Samengebonden bundeltjes geraapte halmen. [N 15, 37; JG 2c; monogr.]
I-4
|