18557 |
capuchon |
capuchon (fr.):
kapuchon (L318b Tungelroy),
muts:
möts (L318b Tungelroy)
|
capuchon van een regenmantel [tröt] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
19568 |
carbidlamp |
carbidlamp:
als lantaarn op de fiets.
kerbiedlamp (L318b Tungelroy)
|
lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
18067 |
cariës |
wolf:
wolf (L318b Tungelroy)
|
Cariës: tandbederf, langzame vernietiging van het glazuur van de tand (wolf, cariës). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
22439 |
carnavalsoptocht |
optocht:
optocht (L318b Tungelroy)
|
De optocht met carnaval [cavalcade]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22678 |
castagnetten |
kleppers:
klepper (L318b Tungelroy)
|
De twee bolletjes van hout of ivoor die men aan de vingers bindt en tegen elkaar slaat [klepperkens, klepper, castagnetten]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
33749 |
castreren |
afbinden:
āfbenjǝ (L318b Tungelroy),
klemmen:
klɛmǝ (L318b Tungelroy),
snijden:
snii̯ǝ (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy)
|
Het varken onvruchtbaar maken. Mannelijke varkens castreert men door ze de teelballen weg te nemen. [N 76, 44; JG 1a, 1b; monogr.] || In dit lemma worden twee manieren van castreren onderscheiden: A. onvruchtbaar maken door de teelballen weg te nemen, weg te snijden of te kwetsen, en B. onvruchtbaar maken door de teelballen af te binden of af te knijpen.. [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.]
I-11, I-12
|
23886 |
catechismus |
catechismus:
katechismus (L318b Tungelroy),
christenleer:
kristelier (L318b Tungelroy)
|
De katechismus, de christelijke leer, de kristenleer, de kinderleer [de kienderlieër, kristelier]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23887 |
catechismusboekje |
catechismus:
katechismus (L318b Tungelroy)
|
Het boekje [kategèssemes, kategèsm, katejismes]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23889 |
catechismusles |
catechismusles:
katechismuslès (L318b Tungelroy)
|
Het onderricht, katechismusles in de kerk of op school. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
29989 |
cement |
cement:
sǝmęnt (L318b Tungelroy),
sǝmɛnt (L318b Tungelroy)
|
Een snel verstenend bindmiddel, doorgaans in poedervorm, dat ontstaat door vermenging van kalk- en leemhoudende stoffen die onder hoge temperatuur versinterd zijn. Het bezit de eigenschap door toevoeging van water zowel onder water als aan de lucht te verharden. [N 30, 35a; N 30, 35b; monogr.]
II-9
|