e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tungelroy

Overzicht

Gevonden: 6382
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
capuchon capuchon (fr.): kapuchon (Tungelroy), muts: möts (Tungelroy) capuchon van een regenmantel [tröt] [N 23 (1964)] III-1-3
carbidlamp carbidlamp: als lantaarn op de fiets.  kerbiedlamp (Tungelroy) lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
cariës wolf: wolf (Tungelroy) Cariës: tandbederf, langzame vernietiging van het glazuur van de tand (wolf, cariës). [N 84 (1981)] III-1-2
carnavalsoptocht optocht: optocht (Tungelroy) De optocht met carnaval [cavalcade]. [N 88 (1982)] III-3-2
castagnetten kleppers: klepper (Tungelroy) De twee bolletjes van hout of ivoor die men aan de vingers bindt en tegen elkaar slaat [klepperkens, klepper, castagnetten]. [N 90 (1982)] III-3-2
castreren afbinden: āfbenjǝ (Tungelroy), klemmen: klɛmǝ (Tungelroy), snijden: snii̯ǝ (Tungelroy, ... ) Het varken onvruchtbaar maken. Mannelijke varkens castreert men door ze de teelballen weg te nemen. [N 76, 44; JG 1a, 1b; monogr.] || In dit lemma worden twee manieren van castreren onderscheiden: A. onvruchtbaar maken door de teelballen weg te nemen, weg te snijden of te kwetsen, en B. onvruchtbaar maken door de teelballen af te binden of af te knijpen.. [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.] I-11, I-12
catechismus catechismus: katechismus (Tungelroy), christenleer: kristelier (Tungelroy) De katechismus, de christelijke leer, de kristenleer, de kinderleer [de kienderlieër, kristelier]. [N 96D (1989)] III-3-3
catechismusboekje catechismus: katechismus (Tungelroy) Het boekje [kategèssemes, kategèsm, katejismes]. [N 96D (1989)] III-3-3
catechismusles catechismusles: katechismuslès (Tungelroy) Het onderricht, katechismusles in de kerk of op school. [N 96D (1989)] III-3-3
cement cement: sǝmęnt (Tungelroy), sǝmɛnt (Tungelroy) Een snel verstenend bindmiddel, doorgaans in poedervorm, dat ontstaat door vermenging van kalk- en leemhoudende stoffen die onder hoge temperatuur versinterd zijn. Het bezit de eigenschap door toevoeging van water zowel onder water als aan de lucht te verharden. [N 30, 35a; N 30, 35b; monogr.] II-9