e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tungelroy

Overzicht

Gevonden: 6382
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
communiegeschenk communiecadeau (<fr.): kommuniekedo (Tungelroy) Een communiegeschenk. [N 96D (1989)] III-3-3
communiejurkje communiekleedje: kommunieklèdje (Tungelroy) Het communiejurkje, communiekleedje voor meisjes. [N 96D (1989)] III-3-3
communiekleed communiedoek: kemuniedook (Tungelroy), communiedwaal: kemuniedwaal (Tungelroy) Het kleed, de doek daarover [communiekleed, communiedoek]. [N 96A (1989)] III-3-3
communiepaar communiepaar: kommuniepaar (Tungelroy) Een tweetal bij de H. Communie, communiepaar [kómmelejoe-nspaar]. [N 96D (1989)] III-3-3
communiepakje communiepakje: kommuniepèkske (Tungelroy) Het communiepakje voor jongens [kómmelejoeënsantsoch, kómmenetseermantoer]. [N 96D (1989)] III-3-3
communieprentje communieprentje: kommunieprentje (Tungelroy), kommunieprintje (Tungelroy) Een prentje ter herinnering aan de eerste en aan de Plechtige H. Communie, uitgereikt door de pastoor, communieprentje [kómmelejoe-nsbild]. [N 96D (1989)] III-3-3
communiezang communiezang: kemmuniezank (Tungelroy), communio (lat.): kemunnio (Tungelroy) Het misgezang tijdens of na de communie, de communio of communiezang. [N 96B (1989)] III-3-3
compost bamdmest/beemdmest: bānjtj[mest] (Tungelroy), drek: drɛk (Tungelroy) Van de termen die onder de titel compost in dit lemma verenigd zijn, hebben er sommige duidelijk betrekking op de fijngemaakte compostachtige meststof, zoals die uit afval van de weide, de boomgaard, het erf bereid werd en over de weide werd gestrooid, terwijl andere meer wijzen op het moderne product van een vuilverwerkings- of composteringsbedrijf. Het eerste deel van het lemma bevat voornamelijk benamingen voor weidemest. [N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 4d + 38 + 39; N M, 10c; monogr.] I-1
conferentie conferentie (<lat.): conferentie (Tungelroy) Een gemeenzame, geestelijke toespraak [conferentie?]. [N 96B (1989)] III-3-3
consecratie consecratie (<lat.): konsekratie (Tungelroy) De consecratie [wandloeng?]. [N 96B (1989)] III-3-3