e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q112b plaats=Ubachsberg

Overzicht

Gevonden: 1752
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onregelmatig dorsen geen slaghouden: genǝ [slaghouden] (Ubachsberg) Nu eens hard en dan weer zacht slaan. In de vraag was de suggestie opgenomen: "kalfkes maken; met een kuuske en een kalfke dorsen". Voor de fonetische documentatie van de uitdrukking slaghouden, zie het lemma ''maat houden bij het dorsen'' (6.1.3). [N 14, 14a] I-4
onrijp groen: greun (Ubachsberg), WLD  gröen (Ubachsberg) Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)] III-2-3
onrijp, onvolgroeid groen: greun (Ubachsberg), WLD  gröen (Ubachsberg) Niet rijp, gezegd van een vrucht (groen, groenweg). [N 82 (1981)] I-7
ontbijt caf-drinken, het -: kaffedrinke (Ubachsberg) namen en uren van de dagelijkse maaltijden: morgen [ZND 18G (1935)] III-2-3
ontsmettingsmiddel tarwekelksel: tɛrvǝkɛlksǝl (Ubachsberg), vitriool: vitriul (Ubachsberg) Het middel, de vloeistof die gebruikt wordt bij het ontsmetten van zaaigraan. Zie ook de toelichting bij het vorige lemma. [N M, 24b] I-4
onvolgroeide vrucht krauwel: WLD vooral van appels / ook wel: stout kind  krauwel (Ubachsberg, ... ), krauweltje: WLD  krèùwelkes (Ubachsberg) Een onvolgroeide vrucht (krots, gast). [N 82 (1981)] || Onvolgroeid, gezegd van een vrucht (vernepen). [N 82 (1981)] I-7
onvruchtbare koe manse koe: mau̯s kǫu̯ (Ubachsberg) In dit lemma duiden de benamingen niet alleen op een koe die bij de dekking niet is bevrucht maar ook op een rund dat halfslachtig ter wereld is gekomen dat wil zeggen half stier en half koe is. Ook tweeling-runderen zijn vaker onvruchtbaar. [N 3A, 102; N 3A, 103; N 3A, 150h; N 3A, 150i; JG 1a, 1b; A 4, 14; L 20, 14; monogr; add. uit N C] I-11
onzevader onzevader: onze vader (Ubachsberg), t onze vader (Ubachsberg), vaderonzer: vadder-onzer (Ubachsberg) Het door de priester gezongen Pater Noster, het Onze Vader. [N 96B (1989)] || Het gebed "Onze Vader", "Pater noster"[Vadder-óns, Vadder-ónzer, noster]. [N 96B (1989)] III-3-3
ooft ooften: èùəf (Ubachsberg) ooft; Hoe noemt U: Appelen of peren, in schijven gedroogd (in de oven) [N 80 (1980)] III-2-3
ooftvlaai vla met ooften: vla mit euëf (Ubachsberg), vla met zwarte spijs: vla mit schwatte sjpies (Ubachsberg) Vla met moes van gedroogde appelen (euftevlaoj, zwarte vla?) [N 16 (1962)] III-2-3