e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q112b plaats=Ubachsberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
predikant prediker: preëdiger (Ubachsberg) De predikant, prediker, degene die de preek houdt. [N 96B (1989)] III-3-3
preek predik: preëdich (Ubachsberg), preek: prèèk (Ubachsberg) De predikatie, de preek [preek, prèèk, preëdich?]. [N 96B (1989)] III-3-3
preekstoel predikstoel: predichsjtool (Ubachsberg) De preekstoel [preek-, prèèk-, predichsjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3
prefatie prefatie (<lat.): prefasie (Ubachsberg) De door de priester gezongen lofprijzing ter inleiding van de Canon, de prefatie. [N 96B (1989)] III-3-3
preisoep spoorsoep: sjpoarsoep (Ubachsberg) Preisoep (Poorsop?) [N 16 (1962)] III-2-3
preken prediken: preëdige (Ubachsberg) Preken, prediken [preeke, prèèke, preëdieje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
priesterkoor koor: koeër (Ubachsberg) Het achter de communiebanken gelegen, verhoogde voorste deel van de kerk, waar het hoofdaltaar en de koorbanken zich bevinden [koor, koeër, hoogkoor, priesterkoor?]. [N 96A (1989)] III-3-3
prikkeldraad tankeldraad: taŋkǝldrǭt (Ubachsberg) Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.] I-8
proeven keuren: kóərə (Ubachsberg), kôôre (Ubachsberg), proeven: prēūve (Ubachsberg) proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)] || proeven; Hoe noemt U: Een kleine hoeveelheid voedsel of drank in de mond nemen om te onderzoeken hoe het smaakt (keuren, proeven) [N 80 (1980)] III-1-1, III-2-3
pronken stensen: Note v.d. invuller: stenser = iem. die pronkt, praalt, etc. [vgl. WNT: stensen, dwingen, pruilen]  sjtensə (Ubachsberg) in het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [pronken, prijken, spiegelen, pralen] [N 86 (1981)] III-1-3