e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ubachsberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stiefdochter stiefdochter: hoort men bijna nooit  sjteefdochter (Ubachsberg) stiefdochter [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefkinderen stiefkinder: sjteefkinger (Ubachsberg) stiefkinderen [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefmoeder stiefmoeder: sjteefmodder (Ubachsberg) stiefmoeder [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefouders stiefouders: sjteefouwesj (Ubachsberg) stiefouders [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefvader stiefvader: cf. WNT s.v. "vader".... "vadder, vedder met ongerekte vocaal in Z.-Limburg (Jongeneel)  sjteefvadder (Ubachsberg) stiefvader [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefzoon stiefzoon: hoort men bijna nooit  sjteefzoeën (Ubachsberg) stiefzoon [DC 05 (1937)] III-2-2
stiekem eten sneuveren: in kasen zitten  sjneuverə (Ubachsberg) stiekem eten; Hoe noemt U: Steeds weer stiekem eten (knaffelen, knaspelen) [N 80 (1980)] III-2-3
stier stier: štēr (Ubachsberg) Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15] I-11
stijf van vingers en handen stijf: sjtīēf (Ubachsberg) stijf, van vingers en handen gezegd [scheef] [N 10 (1961)] III-1-2
stille regen smien: (motregen).  sjmīēə (Ubachsberg), zouwelen: ət zauelt (Ubachsberg) stille regen (vooral met sneeuw) [slek] [N 81 (1980)] III-4-4