18075 |
zwaar verkouden |
zwaar verkoud:
ich bin zwour verkouid (Q112b Ubachsberg)
|
Zware verkoudheid. Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid [DC 27 (1955)]
III-1-2
|
19459 |
zwabber |
schoblommel:
schroep loemel (Q112b Ubachsberg)
|
Dweil aan een steel gebonden (zwabber, dweil, aftrekker) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
32917 |
zwaden spreiden |
spreiden:
šprii̯ǝ (Q112b Ubachsberg)
|
Het uiteengooien van de versgemaaide regels gras. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: gezwaden of gras. [N 14, 97a; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-3
|
32875 |
zwadkeerder, beugel |
jager:
jɛ̄gǝr (Q112b Ubachsberg)
|
De doorgaans metalen beugel, vastgemaakt onderaan de steel van de zeis, die dient om het afgemaaide gras, dat door de rug en de hak van het blad en door de steel wordt meegenomen, te ondersteunen, zodat het links van de maaier in een gezwad komt te liggen. Bij het maaien van gras is een dergelijke beugel niet onontbeerlijk en vaak ook jong of overgenomen van ànder maaiwerk (graan, boekweit, evie). De beugel is meestal een gebogen stuk stevig ijzerdraad, soms ook wel een tak of een gebogen latje. Zie afbeelding 4, nummer A5 en B5. Grotere beugels, die derhalve doorgaans niet voor het maaien van gras, maar voor het maaien van graangewassen met name in de Belgische Kempen werden gebruikt, waren soms voorzien van een lap (vergelijk de opgave drapeau) of een stuk jute, of van haken of tanden; in het laatste geval werden ze wolf genoemd. Het lijkt niet onwaarschijnlijk dat, tenminste oorspronkelijk, ook de kam-benamingen voor de zwadkeerder zijn ontstaan vanwege dergelijke tanden of haken aan de beugel. [N 18, 67f; JG 1a, 1b, 2c, A 14, 3; L 45, 3; monogr.]
I-3
|
20355 |
zwager |
zwager:
neen
sjwoager (Q112b Ubachsberg)
|
zwager (schoonbroeder Bestaan er verschillende woorden voor den broeder van den man of de vrouw, en den man van de zuster? [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
17745 |
zwak, slap |
zwak:
schwaak (Q112b Ubachsberg)
|
zwak [DC 02 (1932)]
III-1-1
|
24286 |
zwarte kraai, kraai |
kraai:
kroa (Q112b Ubachsberg)
|
Hoe heet de zwarte kraai? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
24930 |
zwavelx |
zwavel:
schwavel (Q112b Ubachsberg)
|
zwavel [DC 02 (1932)]
III-4-4
|
18056 |
zweet |
zweet:
zjweet (Q112b Ubachsberg)
|
zweet [N 10 (1961)]
III-1-2
|
24292 |
zwerm vogels |
zwerm:
sjwerm (Q112b Ubachsberg)
|
groep bijeenhorende vogels (vlucht, klamp, krooi) [N 83 (1981)]
III-4-1
|