23260 |
de middag luiden |
middag luiden:
het loewt middig (Q112b Ubachsberg),
noen luiden:
het loewt noon (Q112b Ubachsberg)
|
Het angelus luiden rond het middaguur [het luidt......?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23550 |
de mis dienen |
de mis dienen:
de mès deene (Q112b Ubachsberg)
|
De mis dienen [diene, de mès deene?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23519 |
de mis doen |
de mis doen:
de mès doeë (Q112b Ubachsberg)
|
De mis doen, opdragen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25515 |
de oven op temperatuur brengen |
warmstoken:
wɛrm štōkǝ (Q112b Ubachsberg)
|
Voor het bakken moet de oven op tempera-tuur gebracht worden. Volgens de informant van L 269a is die juiste temperatuur ± 200°C. De laatste twee woordtypen geven de benaming voor die goede hitte. Volgens verschillende informanten moet de oven zo lang gestookt worden, totdat de wanden of de hemel van de oven wit worden. Met de vrije hand werd vroeger gecontroleerd of de baklucht heet genoeg was (volgens informant van L 291), tegenwoordig gebeurt dat controleren met de thermostaat (volgens informant van Q 121). [N 29, 9; N 29, 10]
II-1
|
25521 |
de oven reinigen |
keren:
kē̜rǝ (Q112b Ubachsberg)
|
Het object "oven" wordt niet gedocumenteerd. [N 29, 12c; OB 2, 2c add.; monogr.]
II-1
|
33926 |
de staart couperen |
zwensen:
šwɛnsǝ (Q112b Ubachsberg)
|
Het kappen of afsnijden van de staart van veulens gebeurt na enkele dagen of weken. Nadat de staart zuiver gemaakt en afgebonden is, wordt hij afgesneden en toegebrand. [N 8, 103d]
I-9
|
19859 |
de tafel dekken |
de dis dekken:
dər dusj dèkkə (Q112b Ubachsberg)
|
tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)]
III-2-1
|
19785 |
de was invochten |
insprinkelen:
isprikele (Q112b Ubachsberg)
|
het vochtig maken van strijkgoed [DC 28 (1956)]
III-2-1
|
19437 |
de was spoelen |
spoelen:
speulen (Q112b Ubachsberg)
|
Zeep verwijderen uit kledingstukken door ze heen en weer te bewegen in een vloeistof (spoelen, plodderen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
19438 |
de was wringen |
wringen:
vringen (Q112b Ubachsberg)
|
Het water uit wasgoed drijven (wringen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|