e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ubachsberg

Overzicht

Gevonden: 1752
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gesteelde plank om een lemen dorsvloer aan te kloppen stamper: stęmpǝr (Ubachsberg) De gesteelde plank waarmee men de pas gelegde lemen dorsvloer aanklopt zodat deze glad en vast wordt. In Q 76 kent men dit werktuig niet, maar wel een houten blok om te dāmǝ (= aankloppen). [N 5A, 67b] I-6
gestichte mis gestichte dienst: gesjtichde deens (Ubachsberg) Een gestichte H. Mis. [N 96B (1989)] III-3-3
getuige zijn bronken: brónkə (Ubachsberg), getuigen: getūūgə (Ubachsberg) getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 87 (1981)] III-2-2
gewelf gewelf: gewölf (Ubachsberg) Het gewelf [zwerk, verwulf, verwölf?]. [N 96A (1989)] III-3-3
gewelfschildering muurschildering: moêrsjildering (Ubachsberg) Een gewelfschildering, muurschildering. [N 96A (1989)] III-3-3
gewricht gewricht: gevrich (Ubachsberg) gewricht, gewrichten (draaipunt in het beenderstelsel) [gewrichte, gewervele, gewerve] [N 10 (1961)] III-1-1
gezelschap kompel (<du.): kompel (Ubachsberg) de persoon of personen waarmee men samen is [komplot, kompagnie] [N 87 (1981)] III-3-1
gezicht gezicht: gezich (Ubachsberg) gezicht [DC 01 (1931)] III-1-1
gezicht (spotnamen) bakkes: bakkes (Ubachsberg), bladen: blèèjer (Ubachsberg), muil: moel (Ubachsberg) gezicht, gelaat: spotbenamingen [N 10 (1961)] III-1-1
gezin huishouden: hoeshoue (Ubachsberg) man, vrouw en kinderen bij elkaar, het gezin [volk, huishouden, kot] [N 87 (1981)] III-2-2