e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ubachsberg

Overzicht

Gevonden: 1752
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
groente, algemeen groente: groente (Ubachsberg) De gewassen die door mensen als voedsel worden gebruikt in het algemeen (groente, potazzie). [N 82 (1981)] I-7
groenten bij elkaar zoeken zeumeren: zûûmərə (Ubachsberg) Hoe noemt U: Groenten bij elkaar zoeken (moezelen) [N 80 (1980)] III-2-3
grof grof: grǭf (Ubachsberg) Gezegd van een paard met zware poten. Een aantal antwoorden is opgenomen in het lemma ''zwaar paard'' (4.5.1), omdat het daar eerder thuishoort. [N 8, 64b] I-9
grof gebouwd persoon bonk: ing bónk (Ubachsberg) zwaar van lichaamsbouw [grof, stug, struis] [N 10 (1961)] III-1-1
grondwater grondwater: grond water (Ubachsberg), grónd watər (Ubachsberg) grondwater, water dat zich in de grond bevindt oa doordat regenwater door de losse bovengrond tot op een harde laag zakt [zakwater, kwelm] [N 81 (1980)] III-4-4
grondwerker grondwerker: grontwęrǝkǝr (Ubachsberg) De arbeider die het graafwerk voor kelderruimte of funderingssleuven verricht. In L 270 werd dit werk gewoonlijk door de handlangers gedaan. Zie voor de fonetische documentatie van de tussen '(...)-' geplaatste vormen het lemma 'Handlanger'. [N 30, 3a; N 30, 26a; monogr.] II-9
grootmoeder gross (du.): kort  groeës (Ubachsberg), gross-mam: cf. VD D-N s.v. Grossmama  groeësmam (Ubachsberg), oma: oma (Ubachsberg) grootmoeder [DC 05 (1937)] III-2-2
grootvader gross-pap: cf. VD- D-N s.v. "Grosspapa  groëspap (Ubachsberg), opa: tegenwoordig  opa (Ubachsberg) grootvader [DC 05 (1937)] III-2-2
grootx groot: groeët (Ubachsberg) groot [DC 03 (1934)] III-4-4
grote knikker marbel: marbel (Ubachsberg) Een grote knikker. [N R (1968)] III-3-2