e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ubachsberg

Overzicht

Gevonden: 1752
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hijgen naar adem, reutelen hijgen: hîegə (Ubachsberg) hijgen naar adem, gezegd van een stervende [reutelen] [N 86 (1981)] III-2-2
hik hik: der hik (Ubachsberg) hik [hibbik, hikkepik, hippik] [N 10 (1961)] III-1-2
hoeden van koeien hoeden: hø̄jǝ (Ubachsberg) [N 3A, 12a; N M, 2; JG 1a, 1b; A 48, 18c; L 1a-m; L 27, 5; S 14; Wi 39; R; monogr.] I-11
hoek van een stuk land bek: bɛk (Ubachsberg) Een hoek of punt van een stuk land. [N P, 1; A 33, 10; monogr.] I-8
hoektand oogtand: oogtant (Ubachsberg) hoektand [DC 01 (1931)] III-1-1
hoepel reep: reip mit ene stek (Ubachsberg) Hoe noemt men het kinderspeelgoed, bestaande uit een grote houten of ijzeren ring, die met een stokje, een haak of een oog wordt voortgedreven, zodat hij over de weg rolt? [DC 19 (1951)] III-3-2
hoesten hoesten: hooste (Ubachsberg) hoesten [keche, kechelen] [N 10a (1961)] III-1-2
hoeveelheid hooi die men opsteekt gaffel: gafǝl (Ubachsberg) De hoeveelheid hooi die de opsteker in één keer met z''n gaffel aangeeft aan de optasser. Zie voor het vocalisme van het woordtype riek de opmerking in de semantische toelichting bij het lemma ''houten schudgaffel'' en bij het lemma ''hooihark''.' [N 14, 118; A 34, 5a] I-3
hommel hommel: WLD  hoeməl (Ubachsberg) Hoe noemt u een soort bij: groot, breed gebouwd en meestal kleurig behaard (bruinrood of geel) (hommel) [N 83 (1981)] III-4-2
homp brood homp: hoomp (Ubachsberg) homp; Hoe noemt U: Een dik stuk brood (homp, fomp, facht, hoft, knods, knoft, kreeuw) [N 80 (1980)] III-2-3